Debat: Wat zou Martin doen?
Het is 12 maart en vandaag is het tijd voor het grote Wat zou Martin doen? – debat georganiseerd door de Hebban YA Club waarin Fien en Iris, net zoals de personages uit het boek, in debat gaan. Het onderwerp waarover Fien en Iris zullen discussiëren, is het boek van Nic Stone. Ze debatteren eerst over wat deelonderwerpen om vervolgens hun argumenten af te wegen en voor eens en altijd tot een antwoord te komen op de vraag: is Wat zou Martin doen? een mustread? Kortom, pak de popcorn er maar bij, want dit kon nog wel eens interessant gaan worden.
Dit artikel is geschreven door Fien en Iris
Achtergrondinformatie
Een aantal weken geleden ontvingen Fien en Iris het boek Wat zou Martin doen? in de brievenbus. Het verhaal dat geschreven is door Nic Stone gaat over een donkergekleurde jongen genaamd Justyce, die een beurs heeft op een middelbare school, die voornamelijk bedoeld is voor kinderen van mensen die veel geld hebben. Op deze school behoort Justyce tot de top van zijn debatklas. Hij zit in zijn laatste schooljaar en wil als een soort project brieven sturen naar Martin Luther King. We volgen hem in zijn leven als een tiener, maar ook als "zwarte" jongen in de Verenigde Staten en de "problemen" die daarbij komen. Fien en Iris hebben allebei het boek gelezen en gaan er nu, net zoals de personages in het boek vaak doen, over in debat.
Deelonderwerp 1: de cover en de lay-out zijn erg aantrekkelijk.
Aan het begin van het debat uit Fien haar tevredenheid met betrekking tot de cover en de lay-out. "Ik vind de cover wel mooi, misschien inderdaad een beetje kinderlijk, maar dat stoorde me niet echt. Hij past ook wel bij het verhaal, dus dat ik vind ik altijd goed!" Iris gaat hier vervolgens tegenin door te zeggen: "Het ziet eruit als een boek dat geschikt is voor kinderen uit groep 6 en dat past volgens mij niet echt bij het onderwerp." Bovendien geeft Iris nog als voorbeeld dat ze laatst bij de stationswinkel Wat zou Martin doen? tussen boeken van Het leven van een Loser zag staan, terwijl deze boeken over het algemeen bedoeld zijn voor kinderen tussen de 8 en 12 jaar. Op deze manier zullen ouders/kinderen denken dat Wat zou Martin doen? ook geschikt is voor deze leeftijdscategorie, ondanks dat het onderwerp en de gebeurtenissen best ingewikkeld en zwaar zijn. Hierop geeft Fien toe het hiermee eens te zijn en is zij er ook van overtuigd dat de cover een verkeerde indruk kan wekken. Beiden komen uiteindelijk tot de conclusie dat ze toch liever de originele cover hadden gehad: "De Engelse cover is soberder en meer ingetogen, wat inderdaad beter past bij het verhaal." Wat betreft de lay-out zijn Fien en Iris het wel meteen eens: "Die brieven vond ik geweldig! De titel hebben ze ook heel goed gekozen, vond ik."
Deelonderwerp 2: de personages zijn van hoge kwaliteit.
Fien gaat meteen vol tegen deze stelling in. "Ik had wat moeilijkheden met de personages. Ik vond ze soms nogal oppervlakkig overkomen. Ik kon van sommigen geen hoogte krijgen en voelde me niet echt verbonden met hen." Echter, die brieven aan dr. King zijn volgens Fien een goede manier om achter de gedachtegangen van Justyce te komen. Iris is het hier volkomen mee eens: "Ik had vooral aan het begin dat ik me niet goed in Justyce kon inleven, omdat hij zich voordeed alsof hij een jongen is die vrijwel perfect is." Bovendien zijn Fien en Iris het er ook allebei over eens dat de relaties tussen de personages niet heel erg duidelijk waren en de ontwikkelingen van die relaties vaak gehaast overkwamen, alsof de auteur een paginalimiet had gekregen van 200 bladzijden en daar zoveel mogelijk in moest stoppen. "De personages en hun relaties onderling werden te snel ontwikkeld in het verhaal en daardoor voelde het allemaal heel geforceerd en ongeloofwaardig", zegt Iris nog. We kunnen dus concluderen dat noch Fien noch Iris het eens zijn met deze tweede stelling.
Deelonderwerp 3: het verhaal is goed bedacht, heeft genoeg diepgang en is realistisch.
Iris is het niet helemaal eens met deze stelling: “Naar mijn mening heeft de auteur geprobeerd een maatschappelijk thema te combineren met het zijn van een gewone tiener , maar heeft zij daarin een beetje gefaald.” Fien vindt zelfs dat er niet echt sprake was van een ‘gewone tiener’: "Justyce ging naar zo’n dure privéschool die aan alle leerlingen computers en tablets geeft, waardoor hij toch niet zo’n alledaagse tiener was." Over het maatschappelijke thema is ze dan weer wel te spreken: “De dingen die Justyce meemaakte, zoals de arrestatie en dat voorval met de te luide muziek, zijn voor sommige mensen wel realistisch, denk ik. Voor mij is het wel een ver-van-mijn-bed-show.” Ook Iris sluit zich hierbij aan, ze weet alleen niet of ze als blanke Nederlandse vrouw kan én mag oordelen over het realiteitsgehalte van de situaties die Justyce meemaakt in het boek. Beide dames zijn het er over eens dat in vergelijking met andere auteurs zoals Angie Thomas en Tomi Adeyemi, Nic Stone er toch niet helemaal in geslaagd is om dezelfde sfeer te creëren. “Ik lees veel liever de verhalen van Angie Thomas. Zij weet het ‘normale’ tienerleven veel beter te combineren met dit thema”, voegt Iris er nog aan toe.
Deelonderwerp 4: de schrijfstijl is meeslepend.
Ook met deze stelling gaat Fien niet akkoord: “Ik was niet echt gepakt door de schrijfstijl. Alles bleef zowat oppervlakkig waardoor ik niet echt overtuigd was.” Bij Iris kwam het verhaal ook niet helemaal binnen. Ze heeft het gevoel dat het verhaal soms misschien iets te letterlijk vertaald is waardoor het af en toe een beetje ongemakkelijk werd om te lezen. Ze verwoordt het als volgt: “Het voelde alsof je moeder van 50 probeert in straattaal te spreken, maar die alleen kent uit Amerikaanse films van de jaren ’80 of ’90.” Wat wel een groot pluspunt is, volgens Fien, is dat het boek zeer vlot las. Ze vindt ook dat de auteur met heel veel eerbied over het onderwerp geschreven heeft: “Heel veel mensen kunnen zich persoonlijk aangevallen voelen door zo’n moeilijk onderwerp, dat voelde ik niet, dus ik denk dat ze dat wel heel goed gedaan heeft.” Iris en Fien zijn het erover eens: volgens hen heeft het verhaal een deel van zijn kracht verloren door het te vertalen.
Hoofdvraag: is Wat zou Martin doen? een mustread?
In het begin heeft Fien nog haar twijfels: “Voor het thema zou ik zeggen ja, maar door de uitwerking ben ik niet helemaal om. Ik vond Zij en ik echt heel goed, dus ik had heel erg hoge verwachtingen voor dit boek maar die werden helaas niet ingevuld. Daarom ga ik voor: Mwaah…” Bij Iris is het duidelijker: “Ik zou het om eerlijk te zijn niet tot een mustread benoemen. Vooral aan de vertaling kon ik me wat ergeren en daarom had ik liever de originele versie gelezen. Maar dan nog denk ik dat als je een boek wil lezen dat het ‘tienerleven’ met dit maatschappelijk onderwerp combineert, ik toch eerder The Hate U Give aan zou raden en tot mustread zou benoemen.”
Hebben jullie Wat zou Martin doen? al gelezen? Wat vonden jullie ervan? Zijn jullie het eens met de uitkomst van het debat? Laat het ons hieronder weten!