Schrijvers van de Lage Landen: Jen Minkman
In de artikelenreeks Schrijvers van de Lage Landen interviewen we schrijvers uit Nederland en België over hun motivatie, het schrijfproces en hun (nieuwste) boek(en). Jen Minkman is na Daniëlle Bakhuis, de volgende in de reeks. Ze werd geboren in Alphen aan den Rijn, en verhuisde op 19-jarige leeftijd naar Den Haag voor haar studie aan de Haagse Hogeschool. Na een uitwisseling, stage en masterstudie in Salzburg, Brussel en Cambridge kwam ze terug naar Den Haag en werd lerares Engels op een middelbare school in Voorburg. In haar vrije tijd speelt ze piano, gitaar en viool. Ze leest het liefst honderd boeken per jaar, en bij voorkeur schrijft ze er ook een paar!
geschreven door: Maartje
Schrijven:
Waarom ben je begonnen met schrijven?
Ik ben al zo jong begonnen met schrijven dat het moeilijk is de diepste reden te noemen, maar ik was als kind al zoveel met verhalen en boeken bezig dat ik denk dat ik niet anders kon dan alles opschrijven wat ik in mijn hoofd bedacht. Ik ben een verhalenverteller in hart en nieren.
Waar haal je inspiratie voor je verhalen vandaan?
Veel uit de reizen die ik maak. Daarom spelen mijn boeken zich ook op allerlei plekken in de wereld af. Ook raak ik enthousiast van oude mythen en sagen en die gebruik ik dan ook vaak in mijn boeken!
Wat doe je als jouw inspiratie en creativiteit stokt?
Eigenlijk stokt die nooit, maar ik kan wel zoveel aan mijn hoofd hebben dat ik door de drukte niet toe kom aan rustig zitten en schrijven. Op zulke momenten moet ik mezelf dwingen een week te plannen waarin ik alleen maar aan een nieuw idee mag werken van mezelf; dan heb ik daarna al zoveel op papier dat ik weer verder kan, zelfs als ik het toch weer wat drukker krijg.
Welke tips heb je voor beginnende schrijvers? Op het gebied van motivatie en op het gebied van inhoud.
Beginnende schrijvers lopen vaak tegen drempels aan die te maken hebben met alles in 1 keer goed willen doen en soms ook te veel inspiratie tegelijk hebben. Vergeet niet dat schrijven een vaardigheid is, en die leer je niet als je van jezelf alles ineens goed moet doen. Je zult verhalen schrijven die achteraf niet goed genoeg blijken te zijn, je zult verhalen schrijven die je nog tien keer moet veranderen of bijschaven, maar laat dat je niet tegenhouden. Dat hoort erbij. En als je te veel ideeën hebt: maak een opzet voor je verhaal en kijk welke stukken je daarin kwijt kunt. Bewaar de rest voor een volgend verhaal. Te veel inspiratie is in elk geval altijd beter dan te weinig, dus dat is alvast fijn. En last but not least: als je niet weet waar/hoe je moet beginnen met je verhaal, schrijf dan eerst de scène waar je het allermeeste zin in hebt. Dat doe ik ook vaak.
Welk thema en/ of onderwerp komt vaak terug in je werk?
Ik verwerk vrijwel altijd elementen van fantasy in mijn verhaal. Een ander thema dat terugkomt is hoop: wat er ook gebeurt, hoeveel ellende er ook is, er is altijd hoop en alles wat gebeurt hangt met elkaar samen, heeft een doel.
Hoe bepaal je de namen van je personages?
Soms hebben die namen een betekenis, maar soms ‘voel’ ik ook gewoon aan dat een bepaald personage zo moet heten omdat het bij zijn/haar karakter past. Ook kom in weleens iets moois tegen in een mythologisch verhaal dat ik lees en dat gebruik ik dan.
Hoe bepaal je vanuit welk perspectief je verhaal verteld wordt? In Het licht van Lorelei kies je voor een ik-figuur, in andere boeken voor de derde persoon, ik ben benieuwd wat maakt dat je voor het één of het ander kiest.
Dat hangt er helemaal vanaf hoe ik begin. Soms zet ik de eerste zinnen van een boek op papier en dan weet ik gewoon: dit moet vanuit eerste persoon. Want daardoor kan ik dit verhaal beter vertellen. Andere keren voel ik aan dat het voor het vertellen van het verhaal beter is als ik derde persoon kies. Je kunt heel fijn spelen met verschillende perspectieven en ik ga hier zelfs op YALtival een workshop over geven (30 juni in Eindhoven), dus daar kun je je voor opgeven als je hier meer over wilt weten!
Tijdens de presentatie in Dordrecht gaf je aan zowel in het Engels als in het Nederlands te schrijven. Wanneer of hoe beslis je in welke taal het verhaal tot stand komt?
Ik denk dat het verhaal dat zelf beslist. Ik heb altijd de neiging om in een bepaalde taal te beginnen. Soms is dat lastig, want stel nu dat ik van mijn Nederlandse uitgever aan iets nieuws moet beginnen en dat in het Nederlands moet, maar ik de eerste paar hoofdstukken liever in het Engels schrijf? Ik kies er tegenwoordig vanuit praktisch oogpunt vaak voor om eerst in het Nederlands te schrijven omdat mijn focus nu meer op de Nederlandse markt ligt, maar ik ben bijvoorbeeld aan de zijlijn ook bezig met een kort verhaal in het Engels voor een bundel die in het najaar uitkomt. Die bundel is echter wel met Nederlandse verhalen, dus ik zal het moeten terugvertalen. Gelukkig werk ik vrij snel!
Waar gaat Het licht van Lorelei over?
Over Terschelling, maar dan anders. Het Waddeneiland wordt bewoond door twee groepen, de Angelen (die rijk zijn) en de oorspronkelijke bewoners, de Skylgers (die minder bevoorrecht zijn). Om het eiland heen zwemmen gevaarlijke Sirenes, die mensen de zee in trekken en opvreten. De Angelen hebben een magisch licht, van hun heilige Sint Brandarius, in de vuurtoren op het eiland opgesloten. Met dat licht kunnen ze de Sirenes wegjagen als ze het eiland aanvallen, maar met dat licht kunnen ze ook elektriciteit opwekken. De Angelen zijn de enigen die hier gebruik van mogen maken; de Skylgers leven zonder elektriciteit en mogen allang blij zijn dat de Angelen hun licht gebruiken om de Sirenes weg te houden van de kust. Drie jonge mensen (Enna, Aska en Melinda) zijn de ongelijkheid op het eiland beu en gaan ieder op hun eigen manier de strijd aan met de gevestigde orde. Want is alles wel zoals het hen geleerd is, of speelt er achter de schermen meer op hun eiland?
Wat maakt dit boek anders dan je andere boeken?
Ik heb voor het eerst een fantasyboek geschreven dat zich afspeelt in Nederland. Dat wilde ik graag doen, want ook hier is genoeg te doen met sprookjes en mysterie. Dit is ook de eerste keer dat ik drie vertelperspectieven gebruik en daarin niet afwissel.
Waarom beveel je dit boek aan?
Omdat er niet veel boeken zijn die elementen van fantasy, dystopie én een alternatieve tijdlijn/parallelle dimensie met elkaar combineren. Ik denk dat dit een vrij uniek verhaal is. Oh, en er zit ook romantiek in. Dat vind ik zelf altijd belangrijk.
Welk eigen boek heeft een speciaal plekje in je hart en waarom?
Schaduw van de tijd. Het was het eerste boek dat ik schreef als volwassene (al kwam het niet als eerste uit) en ik heb er maanden onderzoek voor kunnen doen. Ik lééfde dat boek. Ik dook er helemaal in. Het was alsof ik naast mijn gewone baan een tweede leven had waarin ik in de leefwereld van de Navajo-indianen dook. Ik heb er een jaar aan gewerkt. Dat kon omdat ik het schrijven toen nog niet als hoofdberoep uitoefende. Tegenwoordig werk ik sneller en intensiever. Ik ben momenteel bezig met een vervolg schrijven aan dit boek en ook daar beleef ik weer zoveel plezier aan!
Van welke auteurs lees jij graag boeken? Welke leestips zou je kunnen geven?
Ik vind zóveel auteurs goed. Van eigen bodem raad ik Tonke Dragt en Thea Beckman aan (jeugdsentiment) maar ook Chinouk Thijssen en Marieke Frankema, uit het buitenland Nova Ren Suma, Rebecca Lim en Maggie Stiefvater als je van wat experimentele YA fantasy houdt, of Ray Bradbury als je echt goede, filosofische SF wilt lezen.
Uitgeven:
Waarom ben je begonnen met uitgeven?
Omdat ik overal om me heen zag dat er meer Nederlands en Vlaams talent rondliep dan er werd uitgegeven. Ik ben zelf natuurlijk ook YA-auteur en weet hoe ontmoedigend het is als je overal wordt afgewezen omdat de focus meer ligt op vertaald werk, dus daar wilde ik verandering in brengen. Mijn uitgeverij heeft een verdeling van ongeveer 70%/30%, waarbij 70% werk van Nederlandse en Belgische auteurs is en de rest vertaald werk uit de VS, Engeland, Canada, Australië en Duitsland.
Hoe kom je aan nieuw uit te geven boeken? Waar let je op bij nieuwe verhalen?
Nederlandse en Belgische auteurs sturen mij manuscripten op, die ik eens per jaar beoordeel (in een vaste maand). Ook kies ik zelf boeken uit het buitenland uit om uit te geven die ik bijvoorbeeld zelf heb gelezen of die me worden aangeraden door lezers. Ik let er bij nieuwe verhalen op of ik ze zelf leuk vind om te lezen, of er nog veel aan moet gebeuren (hoe minder schaafwerk, hoe beter, want dan is het minder investering van mijn kant), en of ik denk dat er een markt voor is.
Kun je kort aangeven hoe het uitgeefproces in zijn werk gaat? Mag trouwens ook over je eigen boeken gaan.
Het is moeilijk om het kort te houden, want er komt vreselijk veel bij kijken. De lijn die wordt gevolgd is: manuscript beoordelen (door redacteur of mijzelf), herschrijven auteur, inhoudelijke redactie, herschrijven auteur, soms tweede inhoudelijke redactie en herschrijven, ISBN boek aanvragen, boek aanmelden bij Centraal Boekhuis, coverontwerp, taalredactie, eindredactie, opmaak binnenwerk, ontwerp volledige omslag, bestanden naar drukker, drukker levert boeken, boeken naar opslag Centraal Boekhuis voor verkoop. Parallel aan deze tijdslijn loopt de marketinglijn: titels met ISBN en verkoopprijs vaststellen, brochure voor winkels ontwerpen, laten drukken, versturen via mailing, e-mailcontact met boekhandels, bellen met boekhandels, orders invoeren, preorders regelen op Facebook, boekpresentaties organiseren.
Jen Minkman: "Sorry dat het zo’n gortdroge lijst is geworden, maar dat is het echt in het kort! ;)"
Op woensdag 5 juni vertellen wij op de spot wat wij vonden van het nieuwste boek van Jen Minkman: het licht van Lorelei. Lezen jullie mee?
Hebben jullie boeken van Jen Minkman gelezen? Welke is jullie favoriet?