Dorien Draps was niet het typevoorbeeld van een doorwinterde hiker. De kunst van het buitenleven kreeg ze niet met de paplepel ingegeven. Integendeel: ze groeide op binnen de veiligheid van vier muren en all-in-hotels. Toch vond ze haar weg naar de natuur. Nu vindt ze niets luxueuzer dan een tent onder een 1001-sterrenhemel. Ze verloor haar hart aan wandelen en de hele levensfilosofie die ermee gepaard gaat. Want buiten is het beter dan binnen.
In dit boek brengt ze haar ode aan het wandelen, wars van de platgetreden paden. Een combinatie van filosofische verhalen, wetenschappelijke inzichten en persoonlijke anekdotes die zowel meeslepend als vermakelijk zijn. Centraal staan de tien grootste levenslessen die de benenwagen je kan bijbrengen, van het herontdekken van je wilde instincten tot leren kijken naar de natuur of een spoedcursus bidden met je voeten.
Telkens aangevuld met concrete tips, mooie illustraties en oefeningen om helemaal in de wandelflow te geraken. Zowel voor ervaren hikers als liefhebbers die nog maar net het wandelen (her)ontdekten.
