Rond 1700 reisde een vioolbouwer uit de Allgäu naar Italië. Zijn naam kennen we niet, wel is een van zijn instrumenten bewaard gebleven: een viool, ontworpen volgens de Zuid-Duitse traditie en vermoedelijk in Venetië vervaardigd. Ruim drie eeuwen later kwam deze viool in handen van Philipp Blom.
In Een Italiaanse reis vertelt Blom het verhaal van dit bijzondere instrument. De viool heeft een route afgelegd waarlangs al meer dan driehonderd jaar mensen, goederen en kennis door Europa reizen. Het is een geschiedenis van vakmanschap en arbeidsmigratie, van houtsoorten en de definitie van klank, en van Venetië als de hoofdstad van de achttiende-eeuwse muziek.
De zoektocht naar een onbekende vioolbouwer vertelt het verhaal van een heel tijdperk, dat in veel opzichten helemaal niet zo veel van onze tijd blijkt te verschillen.