Maartje wordt door haar vriend Jip meegevraagd om de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella te wandelen, een eeuwenoude tocht van ruim drieduizend kilometer dwars door Europa. Schoorvoetend gaat ze akkoord, om op de avond voor vertrek van Jip te horen dat hij niet meegaat. Intussen heeft Maartje haar baan en huis opgezegd, en nu is ook nog haar relatie voorbij. Ze besluit toch op pad te gaan. Met haar ziel onder haar arm vertrekt ze. Langzaam leert ze hoe het is om pelgrim te zijn. Om af te zien, pijn te ervaren, dagen door de regen te wandelen. Maar er zijn ook mooie ervaringen, en bijzondere ontmoetingen…
Het geluk komt steeds dichterbij, en dan staat opeens Jip voor haar neus. En in de hondenopvang waar ze een week vrijwilligerswerk doet, gebeuren dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Kan Maartje deze uitdagingen het hoofd bieden?
Het geluk komt steeds dichterbij, en dan staat opeens Jip voor haar neus. En in de hondenopvang waar ze een week vrijwilligerswerk doet, gebeuren dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Kan Maartje deze uitdagingen het hoofd bieden?