In juni 1631 viel een Barbarijse strijdmacht onder bevel van Jan Janszoon van Haarlem, admiraal in mohammedaanse dienst, de havenplaats Baltimore aan de Ierse Zuidkust aan. De gevangenen gingen naar de slavenmarkt van Algiers, onder auspiciën van admiraal Alí Bitchin, ofwel Alí Vlissinger. Vier jaren eerder, in juni 1627, overviel Jan Janszoon IJsland. Ook deze overval slaagde en werd een maand later herhaald door een overval van Moerad Flamenco, een renegaat van Antwerpen. Deze drie overvallen waren de enige met succes bekroonde invallen van een islamitische krijgsmacht op Noord-Europees grondgebied. Zuidhoek voer op Nederlandse koopvaardij- en zeilschepen en studeerde aan de Rijks Academie voor Beeldende kunsten te Amsterdam. Met 80 boektitels, waaronder Christenen voor Allah, De Zeerovers van de Gouden Eeuw en The Complete A-Z Pirate Encyclopedia geldt hij als een voornaam scribent op het gebied van de maritieme geschiedenis.