'Het taboe dat rond de psychiatrie en haar patiënten hangt, zal wel nooit uit geroeid raken in deze vooringenomen maatschappij,' verzucht Felix Sperans in 'Maak dat mee', zijn nieuwste, sterk biografische boek.
Het is nu juist dat taboe, dat Sperans overtuigend bestrijdt in zijn boeken. Sperans is geen felle activist, maar een milde beschouwer. Hij schuwt het daarbij niet om zijn soms alles behalve gangbare opvattingen met ons te delen. Dat doet hij in trefzekere bewoordingen en 'ongekunstelde, heldere zinnen', zoals Kristien Hemmerechts terecht opmerkt. En soms met - opnieuw milde - ironie.
Maak dat mee geeft in bijna vijftig hoofdstukken gebeurtenissen weer die zich voordeden in het leven van Felix Sperans. Een leven dat hijzelf nauwelijks de moeite waard vindt en dat zich voor een belangrijk deel in zijn Vlaamse sponde heeft afgespeeld: Sperans mediteert grote delen van de dag en doet dat meestal in bed. De resterende uren besteedt hij bij voorkeur aan het helpen van anderen. 'Klein bier' noemt hij het, maar de vele mensen die hij gedurende tientallen jaren met raad en daad terzijde heeft gestaan denken daar vaak heel anders over. Zo kreeg hij als voorzitter van de vereniging 'Psychiatrisme' te maken met talloze mensen die in onze westerse maatschappij tussen wal en schip vallen. Sperans bekommerde zich om hen en hielp hen waar hij kon én kan. Hoewel hijzelf te kampen heeft met een indrukwekkende reeks kwalen en psychische aandoeningen, belet hem dat niet om een inspiratiebron en helpende hand te zijn voor velen.
Maak dat mee is zowel een weergave van de genialiteit als van de onrust die kenmerkend zijn voor (het werk van) Felix Sperans. Sommige verhalen zijn prachtig uitgewerkt en 'af' in literaire zin; in andere hoofdstukken schreeuwt een episode bijna om nadere uitleg, of zou je niets liever willen dan dat je meer te weten zou mogen komen over de achtergrond of het karakter van een personage. Die informatie krijgen we lang niet altijd. Sperans wordt letterlijk ziek van het idee alleen al om zich na een voor zijn gevoel afgerond werk te moeten wijden aan aanvullingen of nadere bespiegelingen. Hij beperkt zich bij voorkeur tot de hoofdlijnen. Geen tijd voor futiliteiten of uitstel. De zin van het leven moet worden gevonden. En wij zijn de laatsten die hem daarvan zouden willen afhouden.
De werkwijze en discipline van Felix Sperans hebben geleid tot een imposante productie, die het lezen meer dan waard is. Tegelijkertijd is zijn compromisloze aanpak er mede debet aan dat een werkelijke doorbraak als schrijver tot nu toe is uitgebleven. Dat neemt niet weg dat Sperans in de loop der jaren met zijn romans en non-fictie boeken een flinke schare trouwe lezers heeft weten te boeien.