Een jonge vrouw, die beland is in een huwelijk van onderdrukking en mishandeling, vlucht na de zoveelste hevige confrontatie het huis uit. Ongewild neemt ze hiermee een beslissing over haar leven. Als ze buiten staat, beseft ze pas goed dat ze niet meer terug kan. Ze is een gewond mensenkind die niet meer weet wat te doen. Het regent pijpenstelen, ze gaat in de auto zitten om een droge plek te hebben. Niets heeft ze meer! Geen huis, geen kleding, niets meer! De wanhoop nabij rijdt ze weg, een onzekere toekomst tegemoet. Ze weet dan nog niet, dat dit een nieuwe kans op herstel wordt! Want de mensen die ze ontmoet, weten wat onbaatzuchtige liefde is.