Lezersrecensie
Wat als de Noordzee zeer heeft
Wat als de zee zeer heeft?
Als zij voelt hoe de mens haar leeggeroofd heeft. Lastig heeft gevallen met luidruchtig scheeps verkeer, chemische vervuiling, boorplatforms, windmolenparken met malende wieken, duizenden kilometers aan kabels, verwoestende sleepnetten van vissers.
Wordt het niet tijd dat zee-exploitanten vertegenwoordigers van de zee en de dieren en planten die in haar leven, aan de bestuurstafel laten deelnemen om hun kijk op de zaak te vermelden.
Naast de commerciële en analytische blik, stem geven aan andere manieren van kijken naar de zee en haar bewoners. En onze eigen, verwoestende rol als mens daarin.
Arita Baaijens verkent manieren om de zee te laten spreken, zoekt kunstenaars, wetenschappers, taalkunstenaars en makers op om haar blik te verruimen.
Met als scharniermoment die ene seconde oogcontact met bultrugwalvis: 'een ervaring en een zeker weten. De walvis, dat ben ik. De zee, dat zijn wij.'
Blij citeert Baaijens het gedicht De zee ziet mij van Frank Eerhart; de zee wordt gezien en bevraagd.
Tijdens de avond In gesprek met de Noordzee, op 11 februari in Pakhuis de Zwijger, stelt Baaijens de vraag 'Stel dat'.
En dat is de vraag waarop vele verschillende stemmen gehoord kunnen worden. De zee, de dieren, de planten, het water, de lucht. Stel dat.
Als zij voelt hoe de mens haar leeggeroofd heeft. Lastig heeft gevallen met luidruchtig scheeps verkeer, chemische vervuiling, boorplatforms, windmolenparken met malende wieken, duizenden kilometers aan kabels, verwoestende sleepnetten van vissers.
Wordt het niet tijd dat zee-exploitanten vertegenwoordigers van de zee en de dieren en planten die in haar leven, aan de bestuurstafel laten deelnemen om hun kijk op de zaak te vermelden.
Naast de commerciële en analytische blik, stem geven aan andere manieren van kijken naar de zee en haar bewoners. En onze eigen, verwoestende rol als mens daarin.
Arita Baaijens verkent manieren om de zee te laten spreken, zoekt kunstenaars, wetenschappers, taalkunstenaars en makers op om haar blik te verruimen.
Met als scharniermoment die ene seconde oogcontact met bultrugwalvis: 'een ervaring en een zeker weten. De walvis, dat ben ik. De zee, dat zijn wij.'
Blij citeert Baaijens het gedicht De zee ziet mij van Frank Eerhart; de zee wordt gezien en bevraagd.
Tijdens de avond In gesprek met de Noordzee, op 11 februari in Pakhuis de Zwijger, stelt Baaijens de vraag 'Stel dat'.
En dat is de vraag waarop vele verschillende stemmen gehoord kunnen worden. De zee, de dieren, de planten, het water, de lucht. Stel dat.
2
Reageer op deze recensie