Meer dan 5,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Geheel gelijk aan som der delen

Kelly van der Laans vorige (en tevens enige eerdere) verhalenbundel, Verloren zielen (Zilverspoor, 2020) bevatte wedstrijdinzendingen uit de periode 2011 tot en met 2019, plus drie nieuwe verhalen. Zwanenzang sluit hierop aan, met verhalen uit de periode 2020 tot en met 2022. Tellend zie ik een Harland-inzending, zes Waterlopers, twee verhalen uit een Polder-anthologie plus twee nieuwe verhalen. Voor zover ik heb kunnen zien betreffen de wedstrijdverhalen alle verhalen die van Van der Laan in deze drie jaar, solo of met een coauteur, voor wedstrijden heeft ingezonden. Slechts één wedstrijdinzending ontbreekt. De korte stukjes 'Over' volgend op elk verhaal laten duidelijk zien dat de prikkel om te schrijven vooral vanuit de wedstrijd of de uitnodiging is gekomen. Zes verhalen zijn puur vanuit de inspiratie van een thema van wedstrijd of anthologie gekomen. Bij vier was het idee voor de personages of iets anders al langer aanwezig en gaf het thema er een definitieve vorm aan. Alleen het titelverhaal lag al een tijdje en is enkel afgeschreven voor de (overigens themaloze) Harland-wedstrijd.

Met zes verhalen domineert de Waterloper de bundel. Deze jaarlijkse wedstrijd voor Nederlandstalige kortverhalen in het speculatieve genre werkt met thema's. De thema's zijn zeer divers en soms ronduit bizar. Van der Laan heeft voor de zes verhalen in Zwanenzang de volgende thema's benut: 'De premier fietste door de regen naar het Binnenhof' en 'De wensput op Gliese 876d' (2020), 'Verkikkerdril', 'Nachtdier' en 'De vijfde colonne' (2021) en 'Gekroonde waanzin' (2022). Bij het samenstellen van de bundel heeft voorts het bieden van een mooi geheel een rol gespeeld. In 'Over Enji's zegening' zegt Van der Laan daarover: 'Ook, blijkt, ga je nadat je eenmaal een verhalenbundel hebt uitgebracht daarna bij ieder verhaal nadenken of hij een mooi plekje kan krijgen in een volgende bundel, en ik vond dat deze bundel nog wel wat fantasy kon gebruiken.'

Thema's en verteltechnieken
Zoals vaker in speculatieve kortverhalen uit dit tijdvak is de impact van de coronacrisis hier en daar merkbaar: de 'testresultaten' en ook de rode en zwarte Protocollen in Enji's zegening, de rijen wachtenden voor een vaccinatie in Het water kruipt waar het niet gaan kan en misschien de nadruk op de waarde van fysiek contact in Zwanenzang.

Verder kom ik verschillende thema's tegen. Soms liggen die duidelijk aan de oppervlakte, met name in de twee verhalen die samen met een andere schrijver tot stand zijn gekomen. Het dystopische Het water kruipt waar het niet gaan kan (coproductie met Wendy Torenvliet) laat zien dat vrijheid weliswaar moeilijke emoties en soms geweld met zich meebrengt maar ver te verkiezen is boven afstomping en onderdrukking. Dit verhaal kan worden aangemerkt als een allegorie: de verhaalwereld met zijn technische en sociale kenmerken verbeeldt ongelijkheid en onderdrukking. De verschillende personages geven invulling aan het verzet tegen de dictatuur en/of laten zien welke keuzes en emoties daarbij een rol spelen. In 116 Lumen (coproductie met Brenda Hingstman) zien we hoe ruimteschipkapitein Lon bevelen negeert om haar broer te redden. Ze volgt haar hart en laat zich leiden door verantwoordelijkheidsgevoel voor haar crew en vrienden. Hier wordt de thematiek rechtstreeks overgebracht in de vorm van de actie, dialoog en reflecties van de personages.

In andere verhalen is de thematiek meer verborgen in onderliggende lagen. Daarmee ontstaat per definitie ambiguïteit: de ene lezer zal er iets anders van maken dan de andere lezer. Vier verhalen in Zwanenzang leken mij dergelijke onderliggende thematiek te bevatten.

Allereerst Zwanenzang. Dat speelt zich af in een verhaalwereld waar het grootste deel van de mensen in een virtuele realiteit verblijft. Als verteller Josie fysiek sterft en zo alleen nog virtueel bestaat, blijkt ze eigendom te zijn geworden van Technium, het bedrijf dat de virtuele wereld beheert. Door updates vallen er steeds meer gaten in haar herinneringen en persoonlijkheid. Het ergste is dat ze niet meer de mogelijkheid heeft zichzelf te laten 'wissen'. Dit verhaal kan gaan over de macht van techbedrijven, maar de gang van zaken rond de updates en de verwijzingen naar een herseninfarct deden mij denken dat dit verhaal (ook) iets zegt over de situatie waarin iemand met bijvoorbeeld dementie of hersenletsel steeds minder zichzelf is maar geen toegang meer heeft tot euthanasie omdat er volgens de wet geen sprake meer is van wilsbekwaamheid. 'Vertel mijn verhaal, alsjeblieft,' zegt Josie tegen de journalist die een artikel over haar schrijft. 'Laat iedereen zien wat er gaande is, de gruwelijke realiteit van de keuzes die we bij leven maken.' Als ik dit goed zie dan is ook dit verhaal een allegorie. Het techbedrijf staat voor de ziekte maar ook voor de wetten die je als het ware gevangen houden. De personages verbeelden de mensen die het treft: de zieke zelf, de liefhebbende partner, vrienden. Naast deze grote, verhaalomvattende beeldspraak, is ook beeldspraak in de zin van stijlmetaforen te vinden, namelijk in het gebruik van kleur en zwart/wit versus grijs. Stijlmetaforen zet Van der Laan vaker in, bijvoorbeeld in Geen weerstand waar allerlei natuurkundige begrippen en verbanden consequent de sfeer ondersteunen. (In Gelijkstroom zit dat ook, hoewel het daar een minder grote rol speelt.)

Enji's zegening vond ik een complex verhaal. Het is fantasy, waarin de magie van de wereld vuurmagie is. De leden van de zonnetempel kunnen daar verantwoordelijk mee omgaan maar de zittende koning wordt er na verloop van tijd altijd krankzinnig door. De tempel moet dan ingrijpen om hem af te zetten. Uiteindelijk blijkt die waanzin niet zozeer samen te hangen met de vuurmagie als wel met het vernietigende licht van de god Enji. Thematisch haal ik eruit dat voorspoed voor een land of cultuur, in de zin van het winnen in oorlogen en het verkrijgen en behouden van welvaart, eigenlijk altijd samengaat met egoïsme en geweld. Het is de prijs die ervoor betaald moet worden. De allegorie zit complex in elkaar. De vuurmagie kent zowel een persoonlijke gevoelsmatige kant ('hartenvuur') als een te trainen talent ('vuurkracht', een mooie woordspeling) als een dictatoriale, krankzinnige kant ('bloedgift'). Het verhaal lijkt hiermee de verschillende kanten van geweld te onderzoeken. Wie geweld koppelt aan feitelijke macht, loopt in Enji's valstrik.

Over Overdrachtsvlekken heb ik al iets gezegd in mijn artikel De dubbelzinnige vampier, de ironische alien (Fantasize, januari 2024; zie onderaan voor de link). Het verhaal, over Jelte die een dag stage loopt bij zijn stiefvader, kan eveneens als allegorisch worden aangemerkt.

De geur van orchideeën moest ik een paar keer lezen voordat het kwartje viel. Ogenschijnlijk is het een rechttoe rechtaan verhaal over ruimteschipkapitein Ruben die ontdekt dat zijn passagier Hero met terroristische plannen op weg is naar de exoplaneet Gliese 876d. Ruben onderneemt actie van een tamelijk schokkend soort, zeker in het licht van het feit dat hij zich drukker blijkt te maken over de welriekende orchidee die hij kwijt raakt dan over het lot van Hero. Inderdaad een sociopaat, zoals Van der Laan het in het 'Over' formuleert. Herlezend begon ik mij te verbazen over Rubens reactie. Hero's plannen zijn ronduit idioot. Hij wil een zwart gat in de buurt van zijn thuisplaneet laten verdwijnen door gebruik te maken van een 'kwamtummechanische poort' op de Gliese-planeet. 'Ik hoef alleen maar voor dat artefact te gaan staan en mijn hartenwens te wíllen.' Het vooruitzicht maakt Ruben razend. Bij mij riep het toch wel twijfels op. Wat is Hero nu feitelijk van plan? Bij die poort, een restant van een verloren beschaving, gaan staan en dat zwarte gat heel hard wegdenken of iets dergelijks? Terwijl hij, zoals hij zelf ook zegt, geen expert is en de onderbouwing van zijn theorie tamelijk warrig klinkt? Een 'wappie', besefte ik, gedreven door een irrationele (hoewel inleefbare) angst voor zijn volk dat ziek zou worden van het zwarte gat. Ruben vat de dreiging serieus op en rekent radicaal met Hero af. Zijn woede, sterk benadrukt in de tekst, is eigenlijk even absurd als Hero's plannen. Thematisch heb ik dit verhaal geïnterpreteerd als een pleidooi om actievoerders tegen 5G en dergelijke niet op te blazen tot 'terroristen' en 'extremisten'. We moeten de angstige, onzekere mens erachter blijven zien en de proporties niet uit het oog verliezen. Dit verhaal maakt gebruik van structurele ironie. (Zie ook hierover mijn artikel op Fantasize, link onderaan.) De schrijver en de oplettende lezer weten iets wat de personages niet weten.

Mens- en wereldbeeld
Speculatieve fictie, zeker sciencefiction, neigt nogal eens naar pessimisme, misantropie en wantrouwen jegens 'systemen'. Zwanenzang straalt een overwegend positief mensbeeld uit. Behalve in Het water kruipt waar het niet gaan kan zijn er nauwelijks dystopische machthebbers, bedrijven of culturen te vinden. Zwanenzang toont weliswaar een dystopie maar de schuld daarvoor moeten we vooral bij onszelf zoeken: als we ervoor kiezen in een droom te leven, moeten we niet klagen dat we de grip op ons leven verliezen. De bundel is positief over individuen (op een enkele schurk na) en vooral over relaties. Die komen in alle soorten voor het voetlicht en zijn bijna per definitie warm, betekenisvol en langdurig. We komen onder andere tegen: stellen, betrokken broers/zussen, een buurman met wie het zomaar klikt, een erg leuke stiefvader, een bezorgde hartsvriendin, een tiener die bereid is voor haar halfbroertje en -zusje te sterven en twee kameraden die al jarenlang samen vissen. De verhalen weerspiegelen de moderne Nederlandse maatschappij. We komen regelmatig niet-cisgendere personages tegen, incidenteel iemand die niet wit is.

Persoonlijke leesbeleving
Ik vond verschillende verhalen echt spannend, wat ik niet zo vaak heb. Van der Laan weet spanning te creëren en vast te houden, zelfs in een verhaal dat in wezen niet heel boeiend is, zoals Één minuut voor twaalf waarin de premier dus in de regen naar het Binnenhof fietst. In haar solo-verhalen zet ze beeldspraak effectief en zeer strak in, vooral in de twee Polder-verhalen. Enji's zegening heeft me nog niet losgelaten: ik heb het gevoel dat er meer in zit dan ik nu zie, dus ik zal dit fantasyverhaal, dat ook nog eens spannend is, zeker nog eens herlezen. Van der Laan is een bekwaam schrijver die zowel een pakkend verhaal kan neerzetten als thematiek subtiel verwerken. Lezers die warme relaties tussen personages belangrijk vinden, komen in vrijwel elk verhaal ruimschoots aan hun trekken. De schrijfstijl van de verhalen is 'klaar' te noemen, voor mijn smaak soms wat te simpel (zoals in Geen weerstand en de twee coproducties).

Als geheel kon Zwanenzang mij toch niet echt bevredigen. Los van die zichtbare lijn rond relaties miste ik samenhang. Het geheel komt samengeraapt over, wat waarschijnlijk alles te maken heeft met de sterke wedstrijdbinding van het geheel. Van der Laan lijkt primair van de romans te zijn en schrijft kortverhalen kennelijk bijna alleen binnen een wedstrijdcontext of als ze wordt uitgenodigd bij te dragen aan een thematische anthologie. Uit de samenstelling van zowel Verloren zielen als Zwanenzang ontstaat het beeld dat de schrijver, zodra er voldoende wedstrijdverhalen zijn geweest, het zaakje bij elkaar stopt in een bundel en deze de wereld in slingert. Dat sommige verhalen het moeten hebben van vooral spanning en andere juist van een ook nog eens tamelijk diverse thematiek, maakt dan blijkbaar niet uit. De plaatsing van de 'Over'-stukjes na elk verhaal versterken het ietwat rommelige totaalbeeld. In de bundel Er zal eens... van Django Mathijsen en Anaïd Haen (Zilverspoor, 2019) staan deze stukjes ook direct na het betreffende verhaal maar daar hebben ze een overwegend inhoudelijke invalshoek. De vraagstelling achter het verhaal plus de dilemma's worden bijvoorbeeld benoemd, of de wetenschappelijke of politiek-maatschappelijke context. In Zwanenzang zijn de stukjes vooral procedureel. Ze gaan over de totstandkoming van het verhaal en het gevoel van de schrijver erover. Dat is op zich interessant, maar direct na een verhaal ondergraaft het de nasmaak daarvan toch wat.

Voor veel lezers zal zo'n divers geheel plezierig en afwisselend zijn. Voor mij is deze bundel te veel een grabbelton waar je elf keer iets uit mag pakken en openmaken. Het geheel laat me niet achter met een bepaalde smaak, een gevoel bij het denkende, schrijvende mens achter alle woorden. Een toekomstig verhaal van Van der Laan in bijvoorbeeld EdgeZero zal me ongetwijfeld bevallen maar zal me niet doen denken: nu waardeer ik dit-of-dat verhaal uit Zwanenzang beter. Natuurlijk is mijn behoefte aan een dergelijke samenhang in een oeuvre volstrekt persoonlijk en subjectief. Toch viel me in de recensies van de bundel die de verhalen per stuk bespreken en ook in sommige commentaren van de Waterloperjury iets op. Bij de complexere verhalen wordt de thematiek vaak nauwelijks herkend terwijl spannende verhalen zoals 116 Lumen al gauw worden aangemerkt als oppervlakkig of weinig origineel. Ik denk dat Van der Laan als kortverhalenschrijver beter tot haar recht komt als er in een eventueel toekomstige bundel wat meer lijn zit: in de selectie van de verhalen of (als de wedstrijdproductie er per se in één keer uit moet) in een indeling in secties of in de vorm van een of andere opbouw.

Tot slot wil ik nog opmerken dat de uitgeverij prima werk heeft geleverd met de redactie (mij is maar een enkel foutje opgevallen) maar helaas beduidend minder goed werk met de technische kwaliteit van het e-boek. Het e-boek (dat met € 10,- bepaald niet goedkoop is) is extreem traag bij het openen en navigeren, oogt slordig omdat een nieuw verhaal niet op een nieuwe pagina begint en heeft een navigatie die alleen werkt in de inhoudsopgave. Een jammer minpuntje.

Bronnen:
De dubbelzinnige vampier, de ironische alien (Fantasize, januari 2024):
https://www.fantasize.nl/actueel/verdieping-de-dubbelzinnige-vampier-de-ironische-alien-deborah-van-duin/

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Deborah van Duin

Gesponsord

Leen (27) zit gevangen in een kelder. Pas als hij zelf begrijpt waarom, zal zijn moeder hem vrijlaten. Literaire thriller. Spannend en aangrijpend. Vakantietip!

Stemmen laat de kracht van taal laat zien. Bijzonder knap hoe Boekwijt erin slaagt warmte en kou en hoop en verdriet in enkele zinnen te vangen.