Het (stil)leven van een kunstenaar
Op een dag vindt de jonge Klingsor in het bos op een schuine sparrenstronk aan het Storvikstjärn een smaragdgroen drinkglas. Na het glas thuis te hebben schoongemaakt, bekijkt hij het aandachtig en merkt op dat het scheef staat. “Het had met zijn bovenstel naar de sterren gereikt, maar was met zijn basis aan de aarde gebonden geweest, een slaaf van de zwaartekracht,” zo omschrijft Torgny Lindgren (1938) hoe het glas zich door de jaren heen aan de stronk had aangepast en zich er tegelijkertijd tegen had afgezet. Deze gedachte vult Klingsor met de alchemistische overtuiging dat alle dode materie diep vanbinnen levend is. Bevangen door dit inzicht begint hij aan zijn scholing tot kunstenaar met als doel het perfecte stilleven van het drinkglas te creëren.
Klingsor start met een tekencursus en bouwt een hechte band op met zijn mentrix, Fanny A., van het correspondentie-instituut. Op aanraden van Fanny vertrekt Klingsor, na het volgen van diverse cursussen aan het instituut, vanuit zijn geboortestreek Västerbotten naar Stockholm om zich aan de schilderschool aan de Snickarbacken als kunstenaar nader te ontwikkelen. Hierna reist hij verder door Europa met als eindbestemming de kunststad bij uitstek: Parijs. Al die tijd volgen we Klingsors pogingen om het groene glas af te beelden. De grote vraag door de roman heen blijft dan ook: zal het Klingsor lukken om de ‘levende’ ziel van het glas te vangen op het doek?
Lindgren debuteerde in 1965 als dichter en heeft inmiddels vele werken op zijn naam staan. Hij groeide op in Västerbotten en werkte tot halverwege de jaren ’70 als docent. Het groene glas (oorspronkelijke titel: Klingsor ) is een psychologische roman waarin Lindgren de lezer meeneemt in de psyche van de stillevenschilder Klingsor (die overigens niet verwant is aan het gelijknamige hoofdpersonage in Klingsors letzter Sommer van Herman Hesse). De roman wordt verteld vanuit een verrassend wij-perspectief – een duo dat een biografie schrijft over Klingsor. Geleidelijk worden de gebeurtenissen en andere noemenswaardigheden uit het leven van de kunstenaar aan de lezer onthuld. Lindgren schrijft geconcentreerd en poëtisch – neemt de lezer zorgvuldig mee in de gedachten van Klingsor en vult de open plekken op met veronderstellingen van het schrijversduo waarbij de lezer af en toe direct wordt aangesproken.
Hoewel Klingsor door het verhaal heen de nodige stappen zet om zich in de kunst verder te ontwikkelen, lijkt het tegelijkertijd alsof hij niet vooruit komt. Zijn leven lang schildert hij niks anders dan stillevens en gaandeweg het verhaal wordt steeds duidelijker dat achter zijn ambitie ook een zekere faalangst schuilt. Hoewel de roman hier en daar tot stilstand lijkt te komen, is er zo nu en dan een plotwending te vinden die het verhaal toch enigszins versnelt. Stoïcijns ondergaat Klingsor, die enkel nog wordt belet door de kunst van het stilleven, de verrassende wendingen die het leven hem biedt, waarbij Lindgrens nuchtere gevoel voor humor voelbaar aanwezig is. Voor wie de tijd neemt – deze staat immers stil – zal tussen de regels door dikwijls slimme symboliek ontdekken. Net als Klingsor lijkt Lindgren met zijn roman een poging te doen om een ongrijpbaar leven te schetsen dat zo aan de muur kan. In tegenstelling tot de kunstenaar slaagt Lindgren er wel in om dit met verve te doen.
Reageer op deze recensie