Lezersrecensie
Stillevens mengen ‘wat als’-vragen met (ingebeelde) realiteit
Aarzeling om een affaire te verbreken, ongemak na een kerstdiner, een moment van spijt. Het zijn zomaar enkele situaties waar het in verhalenbundel Het net, de duif en de dood van Chaja Polak om draait. De personages worden met zorg rondom de innerlijke strijd geplaatst. De verhalende regels werpen er een licht op, voorzien ze van de juiste kleurschakeringen ('helder geprint in het winterlicht van toen') zodat de levensechte composities op het eerste gezicht net zo onbeweeglijk lijken als het stilleven op het omslag. Maar dan volgt een ontmoeting (‘ze zoenen elkaar niet’) en komt er voorzichtig een dialoog op gang: ‘“Ben je er al lang?” “Nee”, liegt ze, “ik ben er net.”’ Niko en zijn naamloze minnares weten in ‘Wachtlokaal’ allebei dat ze elkaar in dit ‘naargeestig, hoekig en donker gebouw’ niet kunnen vertellen wat er nu werkelijk in hen omgaat. Halfslachtig draaien ze om elkaar heen. Stelliger is het personage in ‘Kerstgeschenk’ dat uit frustratie, omdat ze door haar schoonmoeder niet wordt geaccepteerd, overgaat tot een bizarre actie met komische gevolgen: ‘Mijn vraag heeft alle deuren geopend.’ De gevoelswerelden van de personages, ingekaderd in het ogenblik, bevatten een oneindige diepte om in te graven. En dat is dan ook wat er in deze verhalenbundel gebeurt.
Polak is schrijfster en beeldend kunstenaar. Ze debuteerde in 1989 met Zomaar een vrijdag. Haar gepubliceerde werk bestaat inmiddels uit verhalenbundels, poëzie, romans en essays. De werken werden meermaals genomineerd voor de Libris Literatuurprijs en geprezen om hun heldere, fijnzinnige en beeldende schrijfstijl. Door het oorlogs- en verzetsverleden van haar ouders (vader stierf in Dachau, moeder overleefde de kampen net en zelf zat Polak als kind ondergedoken in Nederland) is oorlog een terugkerend thema in haar schrijfwerk. Haar meest recente essay Brief in de nacht: gedachten over Israël en Gaza is een pleidooi voor wederzijdse tolerantie, empathie en begrip. In Het net, de duif en de dood sijpelt de Tweede Wereldoorlog op subtiele wijze de verhalen in. Een liefde die niet eerder tot bloei heeft kunnen komen, bomen die tijdens de hongerwinter als brandhout dienden waardoor afgezaagde stronken het landschap sieren, het voelbare verlies van tante Annie ('zo mooi en lief') en een dochter die oorlogsherinneringen bij haar moeder oprakelt.
Hoewel de elf verhalen door de toon en stijl niet veel van elkaar lijken te verschillen – alsof er in de zorgvuldige opstelling van de stillevens telkens minuscule veranderingen zijn aangebracht – en de terugkerende, (overwegend) vrouwelijke personages met overeenkomstige gevoelens worstelen, behandelen ze uiteenlopende thema’s binnen relaties, familiebanden en het gezinsleven. Of het nu gaat over ontrouw, spijt, schuldgevoel, rouw, angst, liefde of verlies, Polak zoekt steeds weer naar het punt waarop een situatie kantelt en onhoudbaar wordt: de angst ‘om de confrontatie thuis (…) bang dat er iets is uitgelekt’, ‘het klapwieken (…) terwijl de duif allang is weggehaald’ en het besef ‘dat ze (…) weggaan bij hem (…) nooit meer zó dicht zal naderen.’ De auteur blijft dicht op de huid wanneer ‘wat als’-vragen zich mengen met herinneringen en de (ingebeelde) realiteit. Het net, de duif en de dood biedt intieme snapshots van het dagelijks bestaan van de personages en de vanzelfsprekende eenzaamheid die daar als een deken overheen ligt, maar waaronder diepgewortelde verlangens onafgebroken sluimeren.
Polak is schrijfster en beeldend kunstenaar. Ze debuteerde in 1989 met Zomaar een vrijdag. Haar gepubliceerde werk bestaat inmiddels uit verhalenbundels, poëzie, romans en essays. De werken werden meermaals genomineerd voor de Libris Literatuurprijs en geprezen om hun heldere, fijnzinnige en beeldende schrijfstijl. Door het oorlogs- en verzetsverleden van haar ouders (vader stierf in Dachau, moeder overleefde de kampen net en zelf zat Polak als kind ondergedoken in Nederland) is oorlog een terugkerend thema in haar schrijfwerk. Haar meest recente essay Brief in de nacht: gedachten over Israël en Gaza is een pleidooi voor wederzijdse tolerantie, empathie en begrip. In Het net, de duif en de dood sijpelt de Tweede Wereldoorlog op subtiele wijze de verhalen in. Een liefde die niet eerder tot bloei heeft kunnen komen, bomen die tijdens de hongerwinter als brandhout dienden waardoor afgezaagde stronken het landschap sieren, het voelbare verlies van tante Annie ('zo mooi en lief') en een dochter die oorlogsherinneringen bij haar moeder oprakelt.
Hoewel de elf verhalen door de toon en stijl niet veel van elkaar lijken te verschillen – alsof er in de zorgvuldige opstelling van de stillevens telkens minuscule veranderingen zijn aangebracht – en de terugkerende, (overwegend) vrouwelijke personages met overeenkomstige gevoelens worstelen, behandelen ze uiteenlopende thema’s binnen relaties, familiebanden en het gezinsleven. Of het nu gaat over ontrouw, spijt, schuldgevoel, rouw, angst, liefde of verlies, Polak zoekt steeds weer naar het punt waarop een situatie kantelt en onhoudbaar wordt: de angst ‘om de confrontatie thuis (…) bang dat er iets is uitgelekt’, ‘het klapwieken (…) terwijl de duif allang is weggehaald’ en het besef ‘dat ze (…) weggaan bij hem (…) nooit meer zó dicht zal naderen.’ De auteur blijft dicht op de huid wanneer ‘wat als’-vragen zich mengen met herinneringen en de (ingebeelde) realiteit. Het net, de duif en de dood biedt intieme snapshots van het dagelijks bestaan van de personages en de vanzelfsprekende eenzaamheid die daar als een deken overheen ligt, maar waaronder diepgewortelde verlangens onafgebroken sluimeren.
1
Reageer op deze recensie