Ik denk dus ik besta... toch?
Vicky Loders is tien en woont met haar vader, moeder en twee oudere zussen in een boomrijke buurt. Op het eerste gezicht lijken ze een alledaags gezin, iets waar Vicky erg naar verlangt om te zijn: alledaags. Maar Vicky’s oudste zus Mitty, is geestelijk gehandicapt, tenminste, dat wordt door de mensen om haar heen gezegd. Vicky denkt hier zelf heel anders over. Mitty woont niet thuis, maar verblijft het grootste deel van de tijd in een opvang in Brabant. De familie Loders gaat regelmatig op bezoek, bezoekjes die in Vicky’s ogen nogal afbreuk doen aan haar definitie van alledaags. Naarmate de tijd verstrijkt, raakt ze er steeds meer van overtuigd dat Mitty niet echt gehandicapt is, maar gewoon doet alsof.
Aan de hand van een geheimzinnig onderzoek, dat ze baseert op het zogenoemde ‘twijfelexperiment’ van de zeventiende eeuwse Franse filosoof René Descartes, gaat Vicky op zoek naar de waarheid, waarbij ze haar zus tracht te ontmaskeren zodat ze weer met z’n vijven thuis kunnen wonen. Ze is ervan overtuigd dat haar zus niet ‘leeg’ is vanbinnen, maar een ziel heeft die de wereld in zich opneemt en begrijpt. Een ziel die nadenkt en dus bestaat, doch die simpelweg de woorden niet kan vinden om deze uiteenlopende impressies naar buiten te brengen. Maar begrijpt Vicky de wereld zelf eigenlijk wel zo goed? Kan ze haar onderzoek geheimhouden? En zal ze in staat zijn om de waarheid over haar zus te kunnen achterhalen?
Het twijfelexperiment is de debuutroman van Carly Wijs (1966). Wijs is actrice en theatermaakster en is vooral bekend door haar rol als Tamar Mendelbaum in de televisieserie Divorce. In haar debuut laat ze de lezer in aanraking komen met het grillige leven van een gezin waarvan één van de kinderen verstandelijk gehandicapt is. Begin dit jaar liet Wijs in een interview ontvallen dat haar oudste zus ook geestelijk gehandicapt is. In hoeverre haar boek (gedeeltelijk) autobiografisch is, valt niet met zekerheid te zeggen. Wel weet ze het leven van Vicky op zeer vertederende en vaak humoristische wijze over te brengen op de lezer.
Wijs laat de lezer opgaan in de belevingswereld van een tienjarig meisje, dat zich voor iemand van haar leeftijd met behoorlijk ingewikkelde vragen en theorieën bezighoudt. Door haar kinderogen aanschouwen we een wereld die zich ontvouwt, verbindt en vervormt, waarbij realiteit en fictie in de loop van de tijd door elkaar heen gaan lopen. Wijs heeft een toegankelijke schrijfstijl en het vermogen om de lezer subtiel op het verkeerde been te zetten. Vanuit kleine details lukt het haar om enkele relevante ‘bijverhalen’ uit te werken, waardoor het boek meerdere inzichten biedt en de personages nog meer tot leven komen.
Af en toe is het lastig voor te stellen dat de filosofische gedachtenspinsels van Vicky horen bij een tienjarig meisje, maar telkens plaatst Wijs haar net op tijd weer overtuigend terug in haar kinderrol. Wellicht brengt het besef dat dit verhaal pas later is geschreven, wanneer de hoofdpersoon zelf volwassen is, deze roman in een beter perspectief. Desalniettemin zet deze debuutroman de lezer aan het denken en is daarmee tegelijkertijd zowel een ode als elegie op het cartesiaanse twijfelexperiment van Descartes.
Reageer op deze recensie