Lezersrecensie
Fijnzinnige stijl en onderkoelde humor
Rob Verschuren (Malden, 1953) woont sinds midden jaren tachtig buiten Nederland. De laatste vijftien jaar woont hij in Vietnam. Salman Rushdie karakteriseert dergelijke schrijvers als translated men: expatschrijvers wier geografische, culturele en linguïstische grensoverschrijdingen leiden tot een rijke kruisbestuiving tussen identiteiten en perspectieven. Na Verschurens debuut Stromen die de zee niet vinden (verhalen, 2016) verschenen er vier romans van zijn hand. Buitenlanders en andere Papoea’s is zijn tweede verhalenbundel. Hierin zijn tien verhalen opgenomen, waarvan er enkele eerder zijn verschenen in literair tijdschrift Extaze en in Elders Literair. Zijn werk is vertaald in het Engels en in het Frans.
Zoals de achterflap van deze fraai uitgegeven bundel terecht vermeldt, worden de werelden die Rob Verschuren creëert, bewoond door vreemde kostgangers. Cees Nooteboom schreef daar eerder lovend over: ‘Je zult niet gauw een Nederlands boek vinden met zulke personages.’
In het verhaal Vrolijk knallen de bomvesten bijvoorbeeld heeft protagonist Asher wel heel opmerkelijke motieven om in verschillende seksshops opblaaspoppen aan te schaffen. Hierin spreekt tevens de stijl van Verschuren boekdelen:
“De daken glimmen en de meeuwen vliegen weg naar het noorden, waar de stad uitdooft in de grove, wit besneeuwde winterkluiten van een oeverloos braakland.”
In Pietà komt een kunstenaar oog in oog met ‘de hoofdprijs’: de neus van Maria.
Ook in De stem van de Roos wordt de lezer geconfronteerd met een aantal bijzondere karakters:
“Zijn blik is niet langer waanzinnig, maar in zijn ogen fonkelt de weerschijn van een vuur dat voorbij deze wereld brandt. Ze laten een vreemd spoor achter in het zand, de man op wieltjes en de man met de kinderbeentjes, terwijl ze zich langzaam en met noodlottige doelbewustheid voortbewegen naar de ruïnes van een oude ashram.”
De locaties waar de verhalen zich afspelen, bevinden zich van New York tot Goa, zowel in louche hotels als in chique penthouses. Eigenlijk kun je uit ieder verhaal blijven citeren. De fijnzinnige stijl en de onderkoelde humor maken Buitenlanders en andere Papoea’s wederom tot een genot om te lezen!
Zoals de achterflap van deze fraai uitgegeven bundel terecht vermeldt, worden de werelden die Rob Verschuren creëert, bewoond door vreemde kostgangers. Cees Nooteboom schreef daar eerder lovend over: ‘Je zult niet gauw een Nederlands boek vinden met zulke personages.’
In het verhaal Vrolijk knallen de bomvesten bijvoorbeeld heeft protagonist Asher wel heel opmerkelijke motieven om in verschillende seksshops opblaaspoppen aan te schaffen. Hierin spreekt tevens de stijl van Verschuren boekdelen:
“De daken glimmen en de meeuwen vliegen weg naar het noorden, waar de stad uitdooft in de grove, wit besneeuwde winterkluiten van een oeverloos braakland.”
In Pietà komt een kunstenaar oog in oog met ‘de hoofdprijs’: de neus van Maria.
Ook in De stem van de Roos wordt de lezer geconfronteerd met een aantal bijzondere karakters:
“Zijn blik is niet langer waanzinnig, maar in zijn ogen fonkelt de weerschijn van een vuur dat voorbij deze wereld brandt. Ze laten een vreemd spoor achter in het zand, de man op wieltjes en de man met de kinderbeentjes, terwijl ze zich langzaam en met noodlottige doelbewustheid voortbewegen naar de ruïnes van een oude ashram.”
De locaties waar de verhalen zich afspelen, bevinden zich van New York tot Goa, zowel in louche hotels als in chique penthouses. Eigenlijk kun je uit ieder verhaal blijven citeren. De fijnzinnige stijl en de onderkoelde humor maken Buitenlanders en andere Papoea’s wederom tot een genot om te lezen!
1
Reageer op deze recensie