De Plantrekkers: een wirwar aan dialogen
Het overkomt je. Enerzijds kan het onverwachte in een mensenleven bevrijdend zijn, anderzijds veroorzaakt het ook een mate van troebelheid, chaos en frustratie. Wie de debuutroman De Plantrekkers van de Vlaamse journaliste Heleen Debruyne (1988) leest, wandelt over de levenslijnen van verschillende personages heen die, in sommige opzichten elkaar versterken, maar aan de andere kant ook afstoten. De roman verpakt de tragiek van een harlekijn waarmee sommige mensen zichzelf al snel kunnen identificeren.
Het verhaal begint met protagonist Willem die - zonder hij het zelf beseft - gaat verzanden in een moeras vol verwarring, intriges, frustratie en geestelijke ongemakken. Het decor is het idyllische Vlaamse Roeselare waar deze Willem, een informaticus van middelbare leeftijd, een kabbelend leven leidt. Zijn broer Lionel, ondernemer, is de tegenpool van Willem. Hij is getrouwd met de Russische Sofiya. Als de onderneming van Lionel definitief ten onder gaat, zwelgt hij van zelfmedelijden. Lionel mijmert en verbijt zich in zijn eigen rampspoed en Willem kijkt aan de zijlijn toe, grijpt in indien noodzakelijk. Hij heeft er soms een flinke kluif aan. Want als Lionels personeel de laan wordt uitgestuurd, blijft er slechts een lege hal met een paar stofzuigers over. Daarnaast heeft Willems broer te maken met de ietwat drammerige zorgen van zijn vrouw Sofiya, die vanwege heimwee haar moeder Mamoesjka, een kleine frêle dame, naar Roeselare laat komen. Het ingetogen bestaan van Willem wordt door de komst van Lionels schoonmoeder steeds gecompliceerder.
Het is Willems eigen onnozelheid dat hij ietwat te voortvarend Mamoesjak in slecht Duits begroet.
“Ich bin Willem. Der Bruder von Lionel. Ich stehe garant fur Sie.”
Het zijn de woorden die Sofiya’s moeder als muziek in de oren klinken. Het zijn ook woorden met verstrekkende gevolgen. Met die uitspraak wordt de schoonmoeder min of meer met open armen ontvangen. Voor Willem is er feitelijk op dat moment geen terugkeer meer mogelijk. Na de komst van de schoonmoeder begint de wereld er voor Willem anders uit te zien.
In de roman is het Lionel die continu voor de nodige opschudding en problemen zorgt. Het is Willem daarentegen die telkens op zijn bedaarde wijze tot kalmte maant. Alle personages willen in De Plantrekkers naar hun eigen regels leven, wat bijna onmogelijk is.
Wie voortvarend aan de roman begint, kan af en toe verstrikt raken in de verhaallijnen en personages. De dialogen kunnen over niets gaan terwijl Heleen Debruyne ze toch briljant heeft opgetekend. Daarin laat de debutant zien dat ze subliem in haar voorstellingsvermogen is, maar soms te weinig aandacht schenkt aan de diepere gevoelslevens van de personages. Die oppervlakkigheid is niet storend, maar is soms wel een gemis. Protagonist Willem zou daardoor nog meer uit de verf zijn gekomen. Natuurlijk is het aan de auteur om keuzes te maken.
De Vlaamse auteur, die bij de Belgische omroep Klara ook programma’s maakt, bewijst met deze roman dat ze een mooie pen heeft. Ze eindigt overigens het boek met een epiloog waarin de lezer het stuur goed moet vasthouden om niet uit de bocht te vliegen.
Reageer op deze recensie