Lezersrecensie
Fabeltastisch fantasierijk debuut
Het is me eindelijk gelukt om ‘Oerbloed, De raadselbreker’ van Rob Koops uit te lezen.
Het is het eerste deel van een trilogie waarin je de belevenissen van de jonge Obbe volgt op zijn reis om het Zevende Boek in veiligheid te brengen.
Het is een sprookjesachtig verhaal, waarbij de auteur onmiskenbaar is geïnspireerd door klassiekers als ‘Koning van Katoren’, ‘Ronja de roversdochter’ en ‘De brief voor de koning’. En net als bij de boeken van ‘De zeven sleutels’ van Tom Rijpert vind ik ook dit boek een hoog Douwe Dabbertgehalte hebben. Het staat bol van origineelrijk woordgebruik en barst van een fabeltastische avontuurlijkheid.
In deze prachtige vertelling blijkt Rob Koops over een gigantisch dikke duim te beschikken. Op originele wijze beschrijft hij de schilderachtige zwerftocht van boekhoeder Obbe en zet hij het aan zijn brein ontsproten Norgië prachtig fantasierijk neer. Door de vele personages en gebeurtenissen is het even doorbijten om de hoofdverhaallijn te blijven volgen. De manier waarop die echter in de korte hoofdstukken in rap tempo worden beschreven zorgt voor de juiste spanning, waardoor je tot aan de laatste bladzijde met ‘De raadselbreker’ blijft verstrengeld.
Zowel de auteur als de illustrator zorgen ervoor dat het boek tot leven komt. De vormgeving van de kleurrijke cover is zeer uitnodigend. De complimenten daarvoor gaan naar echtgenote Maruga Koops, die ook middels de illustraties in het boek flink bijdraagt aan het neerzetten van een geheimzinnige sfeer.
‘De raadselbreker’ is een tijdloos verhaal over vriendschap met hindernissen en een vleugje romantiek en is voor de oplettende lezer een mooie knipoog naar de hedendaagse realiteit. Het krijgt van mij een dikke duim en is zeer de moeite waard voor lezers vanaf een jaar of tien. Ik hoop bovendien dat het de uitgever nog lukt om het op de groslijst van de Jonge Jury te krijgen. Ik vind het een verrijking voor de Nederlandse jeugdliteratuur en het belooft veel voor de overige twee delen van deze trilogie.
Het is het eerste deel van een trilogie waarin je de belevenissen van de jonge Obbe volgt op zijn reis om het Zevende Boek in veiligheid te brengen.
Het is een sprookjesachtig verhaal, waarbij de auteur onmiskenbaar is geïnspireerd door klassiekers als ‘Koning van Katoren’, ‘Ronja de roversdochter’ en ‘De brief voor de koning’. En net als bij de boeken van ‘De zeven sleutels’ van Tom Rijpert vind ik ook dit boek een hoog Douwe Dabbertgehalte hebben. Het staat bol van origineelrijk woordgebruik en barst van een fabeltastische avontuurlijkheid.
In deze prachtige vertelling blijkt Rob Koops over een gigantisch dikke duim te beschikken. Op originele wijze beschrijft hij de schilderachtige zwerftocht van boekhoeder Obbe en zet hij het aan zijn brein ontsproten Norgië prachtig fantasierijk neer. Door de vele personages en gebeurtenissen is het even doorbijten om de hoofdverhaallijn te blijven volgen. De manier waarop die echter in de korte hoofdstukken in rap tempo worden beschreven zorgt voor de juiste spanning, waardoor je tot aan de laatste bladzijde met ‘De raadselbreker’ blijft verstrengeld.
Zowel de auteur als de illustrator zorgen ervoor dat het boek tot leven komt. De vormgeving van de kleurrijke cover is zeer uitnodigend. De complimenten daarvoor gaan naar echtgenote Maruga Koops, die ook middels de illustraties in het boek flink bijdraagt aan het neerzetten van een geheimzinnige sfeer.
‘De raadselbreker’ is een tijdloos verhaal over vriendschap met hindernissen en een vleugje romantiek en is voor de oplettende lezer een mooie knipoog naar de hedendaagse realiteit. Het krijgt van mij een dikke duim en is zeer de moeite waard voor lezers vanaf een jaar of tien. Ik hoop bovendien dat het de uitgever nog lukt om het op de groslijst van de Jonge Jury te krijgen. Ik vind het een verrijking voor de Nederlandse jeugdliteratuur en het belooft veel voor de overige twee delen van deze trilogie.
1
Reageer op deze recensie