Lezersrecensie
Even kaas halen: over verdriet gemis en onmacht
“Ergens in mijn familie schijnt een oom of neef ooit het huis te hebben verlaten met de mededeling dat hij even kaas ging halen. Hij is nooit meer teruggekomen,” schrijft Els de Groen (1949) in de verantwoording bij haar novelle Even kaas halen. Het verhaal gaat over de verwijdering die tussen mensen ontstaat als ze met elkaar een diepgaand verschil van mening hebben en niet in staat zijn om tot elkaar te komen. Het geeft inzicht in de effecten die het kan hebben. Het verhaal geeft ook aan dat dergelijke problemen generaties lang door kunnen werken, niet voor niets staan drie vrouwelijke personages centraal: Anne van eenenzeventig jaar, Emma van veertig jaar en Femke van negen jaar.
De Groen heeft met subtiliteit en gevoel dit verhaal geschreven. Het wordt verteld vanuit het perspectief van de drie vrouwelijke hoofdpersonages. Dat brengt deze vrouwen dichtbij. Maar door niet te kiezen voor het ik-perspectief creeërt de schrijver ook een ‘veilige’ afstand. De auteur zoomt in op hun gevoelens en het psychologisch proces dat ze doormaken. Het verhaal verspringt steeds van de ene vrouw naar de andere. Verdriet, gemis en onmacht zijn drie belangrijke thema’s in deze novelle.
Kostbare foto
Even kaas halen begint bij Femke. Ze mist iets/iemand. In de speeltuin in het park ontmoet ze een wat oudere mevrouw, Anne. Die woont tijdelijk in de buurt omdat haar huis aan de kust verbouwd wordt. Anne is haar hond in de speeltuin kwijt en Femke helpt mee zoeken, zonder resultaat. Ze krijgt op haar kop als ze thuiskomt. Als het donker is het namelijk niet pluis in het park, vinden haar ouders. ’s Avonds in haar bed denkt ze aan de hond. Het stormt en regent. “Waar moest hij in vredesnaam schuilen?” De verdwijning van de hond Tommie houdt haar de volgende dag bezig. Het is nog steeds slecht weer. De Groen schrijft dan: “Daarna kroop de somberheid van buiten naar binnen.” Een zin die alles over het gevoel van Femke zegt, maar meteen ook lading aan het verhaal geeft.
Anne voelt zich eenzaam: “Ze praatte al jaren in zichzelf. Toen Manuel (haar man) was gestorven was die gewoonte hardnekkiger en manifester geworden.” Wanneer Anne en Femke elkaar een aantal dagen later weer zien en naast elkaar op de bank in het park zitten blijkt dat de hond Tommie gevonden is, maar dat hij lijdt aan de gevolgen van vergiftiging. Er gebeurt vervolgens weer iets kleins, dat vol betekenis is. Femke vond “dat de vrouw de (plastic) zakken wel erg dicht naast elkaar had gelegd en ging heimelijk verzitten. […] Ze rook de klamme jas die zowat haar eigen jas raakte.”
Er ontstaat een band tussen Anne en Femke. Dan doet Femke thuis een ontdekking. Ze vindt een foto met gescheurde randen, waarop ze te zien is met iemand die lijkt op Anne. Ze betrekt haar broertje Stan in het verhaal en samen gaan ze op zoek naar de waarheid. Ze willen thuis vertellen wat ze te weten komen, maar iets weerhoudt hen daarvan. Femke wordt onhandelbaar en brutaal, ze zondert zich af op school. Dat betekent dat Emma en haar man Rolf in actie moeten komen. Uiteindelijk blijkt de foto die Femke in bezit had de sleutel tot de oplossing. Mooi dat die foto bij Femke in haar ‘schatkist’ met allerlei dingen die ze belangrijk vindt om te bewaren zat.
Afstand en nabijheid
Afstand en nabijheid zijn twee elementen die in het verhaal terugkeren. Wat in het verleden is gebeurd kan zich vastzetten in je hoofd, maar vergeten doe je het niet. Hoe kun je het negatieve omzetten in iets positiefs. Doe je dat dan ook echt? Els de Groen beschrijft nauwkeurig wat de drie vrouwen doormaken en zet de verbeeldingskracht van de lezer aan het werk. De vorm van de novelle, de vertelde tijd is zes weken, maakt dat helder: inleiding, eerste kennismaking tussen Femke en Anne, eerste verdieping en opbouwen van de spanning, uitwerking van de intrige, climax van het verhaal en inzicht/ontknoping.
De Groen bouwt de personages zorgvuldig op en zorgt ervoor dat de spanning opgevoerd wordt. Ze formuleert precies en weet emoties prachtig te verwoorden. Als Femke naar Anne kijkt ziet ze op haar gezicht “verdrietige lijnen. Haar oude handen speelden met een dicht pistachenootje dat weigerde open te gaan, hoe hard ze er ook op drukte.” Of in deze zin wanneer Anne aan Stan denkt: “Ze beroerde de wang waar Stan haar een kusje had gegeven. Overrompeld had ze hem nagestaard.” Zinnen waar een wereld achter verborgen gaat.
Je voelt aan alles dat Even kaas halen meer dan een novelle is en een diepere laag heeft. Die laag heeft ongetwijfeld te maken heeft met een gemis dat de auteur zelf ervaart. Het is een gesublimeerd verhaal van wat haar zelf is overkomen. Het houdt ons een spiegel voor. Dit is een pakkend boek dat je raakt, inzicht geeft en laat zien dat praten kan helpen om een oplossing te vinden voor iets dat diep zit.
De Groen heeft met subtiliteit en gevoel dit verhaal geschreven. Het wordt verteld vanuit het perspectief van de drie vrouwelijke hoofdpersonages. Dat brengt deze vrouwen dichtbij. Maar door niet te kiezen voor het ik-perspectief creeërt de schrijver ook een ‘veilige’ afstand. De auteur zoomt in op hun gevoelens en het psychologisch proces dat ze doormaken. Het verhaal verspringt steeds van de ene vrouw naar de andere. Verdriet, gemis en onmacht zijn drie belangrijke thema’s in deze novelle.
Kostbare foto
Even kaas halen begint bij Femke. Ze mist iets/iemand. In de speeltuin in het park ontmoet ze een wat oudere mevrouw, Anne. Die woont tijdelijk in de buurt omdat haar huis aan de kust verbouwd wordt. Anne is haar hond in de speeltuin kwijt en Femke helpt mee zoeken, zonder resultaat. Ze krijgt op haar kop als ze thuiskomt. Als het donker is het namelijk niet pluis in het park, vinden haar ouders. ’s Avonds in haar bed denkt ze aan de hond. Het stormt en regent. “Waar moest hij in vredesnaam schuilen?” De verdwijning van de hond Tommie houdt haar de volgende dag bezig. Het is nog steeds slecht weer. De Groen schrijft dan: “Daarna kroop de somberheid van buiten naar binnen.” Een zin die alles over het gevoel van Femke zegt, maar meteen ook lading aan het verhaal geeft.
Anne voelt zich eenzaam: “Ze praatte al jaren in zichzelf. Toen Manuel (haar man) was gestorven was die gewoonte hardnekkiger en manifester geworden.” Wanneer Anne en Femke elkaar een aantal dagen later weer zien en naast elkaar op de bank in het park zitten blijkt dat de hond Tommie gevonden is, maar dat hij lijdt aan de gevolgen van vergiftiging. Er gebeurt vervolgens weer iets kleins, dat vol betekenis is. Femke vond “dat de vrouw de (plastic) zakken wel erg dicht naast elkaar had gelegd en ging heimelijk verzitten. […] Ze rook de klamme jas die zowat haar eigen jas raakte.”
Er ontstaat een band tussen Anne en Femke. Dan doet Femke thuis een ontdekking. Ze vindt een foto met gescheurde randen, waarop ze te zien is met iemand die lijkt op Anne. Ze betrekt haar broertje Stan in het verhaal en samen gaan ze op zoek naar de waarheid. Ze willen thuis vertellen wat ze te weten komen, maar iets weerhoudt hen daarvan. Femke wordt onhandelbaar en brutaal, ze zondert zich af op school. Dat betekent dat Emma en haar man Rolf in actie moeten komen. Uiteindelijk blijkt de foto die Femke in bezit had de sleutel tot de oplossing. Mooi dat die foto bij Femke in haar ‘schatkist’ met allerlei dingen die ze belangrijk vindt om te bewaren zat.
Afstand en nabijheid
Afstand en nabijheid zijn twee elementen die in het verhaal terugkeren. Wat in het verleden is gebeurd kan zich vastzetten in je hoofd, maar vergeten doe je het niet. Hoe kun je het negatieve omzetten in iets positiefs. Doe je dat dan ook echt? Els de Groen beschrijft nauwkeurig wat de drie vrouwen doormaken en zet de verbeeldingskracht van de lezer aan het werk. De vorm van de novelle, de vertelde tijd is zes weken, maakt dat helder: inleiding, eerste kennismaking tussen Femke en Anne, eerste verdieping en opbouwen van de spanning, uitwerking van de intrige, climax van het verhaal en inzicht/ontknoping.
De Groen bouwt de personages zorgvuldig op en zorgt ervoor dat de spanning opgevoerd wordt. Ze formuleert precies en weet emoties prachtig te verwoorden. Als Femke naar Anne kijkt ziet ze op haar gezicht “verdrietige lijnen. Haar oude handen speelden met een dicht pistachenootje dat weigerde open te gaan, hoe hard ze er ook op drukte.” Of in deze zin wanneer Anne aan Stan denkt: “Ze beroerde de wang waar Stan haar een kusje had gegeven. Overrompeld had ze hem nagestaard.” Zinnen waar een wereld achter verborgen gaat.
Je voelt aan alles dat Even kaas halen meer dan een novelle is en een diepere laag heeft. Die laag heeft ongetwijfeld te maken heeft met een gemis dat de auteur zelf ervaart. Het is een gesublimeerd verhaal van wat haar zelf is overkomen. Het houdt ons een spiegel voor. Dit is een pakkend boek dat je raakt, inzicht geeft en laat zien dat praten kan helpen om een oplossing te vinden voor iets dat diep zit.
1
Reageer op deze recensie