Lezersrecensie
totaal meegesleept
Binnen een paar bladzijden weet ik dat ik een goed geschreven en fascinerend verhaal aan het lezen ben. Isabel gaat met haar twee broers uit eten. Maar Louis heeft weer eens een nieuwe vriendin die hij aan ze wil voorstellen. In het restaurant wordt er een stoel bijgeschoven. Isabel baalt ervan dat ze niet met z’n drieën zijn en laat dat goed merken. Toch zegt Eva aan het eind van de avond dat ze het geweldig vond.
Mijn nieuwsgierigheid is meteen gewekt: wat is dit voor gezin? Louis, Isabel en Hendrik zijn eind twintig en hun ouders zijn overleden. Het is 1961 en ze hebben de Tweede Wereldoorlog dus bewust meegemaakt. In 1944 verhuisden ze van Amsterdam naar een mooi huis in Salland, waar Isabel nog steeds woont.
Isabel heeft geen baan en wel een hulp in de huishouding. Ze ontvangt een toelage, maar van wie? Waarom gaat ze niet werken? Het huis is gekocht door oom Karel en zal na zijn dood naar Louis gaan, de oudste broer, maar Isabel woont er. Waarom laat oom Karel het dan na aan Louis? Deze vragen worden niet beantwoord.
Yael van der Wouden beschrijft het huis als een heerlijke plek met een mooie tuin. Elk seizoen komt voorbij, met hete zomers en koude winters waarin het alleen in de keuken behaaglijk warm is. In het huis staan voorwerpen die Isabel dierbaar zijn, omdat ze aan haar moeder herinneren, met name het servies met de haasjes. Dat was er al toen ze in het huis kwamen wonen. Isabel herinnert zich dat er ooit een vrouw met een dochter aanklopte en schreeuwde dat ze haar spullen terug wilde. Het duurt echter tot in het derde deel van het boek voordat hier meer over wordt verteld.
In het tweede deel komt Eva bij Isabel wonen, omdat ze nergens anders terecht kan. Isabel gedraagt zich erg stug, want ze heeft helemaal geen zin in een huisgenoot. Het afstoten en aantrekken van de twee geeft veel stof tot nadenken: wat beweegt deze mensen?
De bewaring is geschreven vanuit Isabels perspectief, maar haar gedrag wordt vaak bepaald door emoties en is dan niet rationeel. Dit is het tegenovergestelde van een feelgood-roman, want het is niet zoetsappig, maar juist lelijk, smerig en ongemakkelijk. Het wordt zo knap beschreven dat ik helemaal meegesleept wordt.
Yael van der Wouden heeft een Nederlandse vader en een Israëlische moeder. Ze heeft dit boek in het Engels geschreven. Fannah Palmer en Roos van de Wardt hebben het uitstekend vertaald naar het Nederlands. Aan hen ligt het niet dat er zeker wel wat aan te merken valt op dit boek, maar tijdens het lezen zat ik er zo in, dat ik me daar niet druk over wilde maken (op één detail na).
In het derde deel vallen een paar puzzelstukjes op hun plek. Hiervoor worden dagboekfragmenten gebruikt waarbij ik wel even denk: zo schrijf je echt geen dagboek, zowel qua stijl als inhoud. Maar het bevredigt mijn nieuwsgierigheid. Ik word een aantal keren verrast en wil er daarom verder niets over verklappen. Het blijft tot het einde spannend hoe het zal aflopen: rampzalig of liefdevol. Wat een debuut!
Deze tekst verscheen eerder op https://lalageleest.nl/2024/08/30/de-bewaring-yael-van-der-wouden/
Mijn nieuwsgierigheid is meteen gewekt: wat is dit voor gezin? Louis, Isabel en Hendrik zijn eind twintig en hun ouders zijn overleden. Het is 1961 en ze hebben de Tweede Wereldoorlog dus bewust meegemaakt. In 1944 verhuisden ze van Amsterdam naar een mooi huis in Salland, waar Isabel nog steeds woont.
Isabel heeft geen baan en wel een hulp in de huishouding. Ze ontvangt een toelage, maar van wie? Waarom gaat ze niet werken? Het huis is gekocht door oom Karel en zal na zijn dood naar Louis gaan, de oudste broer, maar Isabel woont er. Waarom laat oom Karel het dan na aan Louis? Deze vragen worden niet beantwoord.
Yael van der Wouden beschrijft het huis als een heerlijke plek met een mooie tuin. Elk seizoen komt voorbij, met hete zomers en koude winters waarin het alleen in de keuken behaaglijk warm is. In het huis staan voorwerpen die Isabel dierbaar zijn, omdat ze aan haar moeder herinneren, met name het servies met de haasjes. Dat was er al toen ze in het huis kwamen wonen. Isabel herinnert zich dat er ooit een vrouw met een dochter aanklopte en schreeuwde dat ze haar spullen terug wilde. Het duurt echter tot in het derde deel van het boek voordat hier meer over wordt verteld.
In het tweede deel komt Eva bij Isabel wonen, omdat ze nergens anders terecht kan. Isabel gedraagt zich erg stug, want ze heeft helemaal geen zin in een huisgenoot. Het afstoten en aantrekken van de twee geeft veel stof tot nadenken: wat beweegt deze mensen?
De bewaring is geschreven vanuit Isabels perspectief, maar haar gedrag wordt vaak bepaald door emoties en is dan niet rationeel. Dit is het tegenovergestelde van een feelgood-roman, want het is niet zoetsappig, maar juist lelijk, smerig en ongemakkelijk. Het wordt zo knap beschreven dat ik helemaal meegesleept wordt.
Yael van der Wouden heeft een Nederlandse vader en een Israëlische moeder. Ze heeft dit boek in het Engels geschreven. Fannah Palmer en Roos van de Wardt hebben het uitstekend vertaald naar het Nederlands. Aan hen ligt het niet dat er zeker wel wat aan te merken valt op dit boek, maar tijdens het lezen zat ik er zo in, dat ik me daar niet druk over wilde maken (op één detail na).
In het derde deel vallen een paar puzzelstukjes op hun plek. Hiervoor worden dagboekfragmenten gebruikt waarbij ik wel even denk: zo schrijf je echt geen dagboek, zowel qua stijl als inhoud. Maar het bevredigt mijn nieuwsgierigheid. Ik word een aantal keren verrast en wil er daarom verder niets over verklappen. Het blijft tot het einde spannend hoe het zal aflopen: rampzalig of liefdevol. Wat een debuut!
Deze tekst verscheen eerder op https://lalageleest.nl/2024/08/30/de-bewaring-yael-van-der-wouden/
1
Reageer op deze recensie