Uitdagend filosofisch gedachte-experiment
Na Leven als een beest onderzoekt dierenarts en filosoof Charles Foster hoe het is om te leven als een mens. Maar dan wel eentje uit de tijd van de jager-verzamelaars; het laatpaleolithicum. Met niet meer dan een rugzak en tarp vertrekt hij met zijn zoontje Tom naar het Engelse Peak District.
Het boek is opgedeeld in drie delen die in lengte het verloop van onze geschiedenis volgen. Zo wijdt Foster ruim de helft van het boek aan het laatpaleolithicum, de lange periode waarin mensen in kleine groepen als jager-verzamelaar rondtrokken. Pas 12.000 tot 7.000 jaar geleden gingen we ons tijdens het neolithicum vestigen in agrarische nederzettingen. Dit deel is dan ook de helft korter. De verlichting, waarin de mens zich had teruggetrokken uit de natuur, beslaat nog maar zo’n dertig pagina’s.
'Tom vindt ons gebrek aan authenticiteit stuitend […] Hij heeft van begin af aan gezegd dat we eigenlijk geen moderne kleren moesten dragen.'
Waar Foster in het eerste deel nog enigszins als een laatpaleolithische mens leeft, valt dat in deel twee en drie wat tegen. Hij helpt vrienden op hun primitieve boerderij en vertelt over zijn reizen naar ‘de oorsprong van de landbouw’. door Europa en Afrika. Het derde deel wordt gedomineerd door een enkel gesprek tijdens een diner met andere wetenschappers. Dit deel voelt dan ook het minst uitgewerkt. Dit wordt versterkt doordat Foster voortdurend blijft teruggrijpen op de laatpaleolithische periode.
Deze mannen zijn opgestaan, hebben ontbeten, gingen even kakken en reden naar het slachthuis met fakenieuws en ingeblikte muziek op de autoradio.'
Het is duidelijk dat Foster vóór het schrijven van zijn boek zijn mening al klaar had en die laat hij horen ook. Hij verheerlijkt het paleolithische “lange ziektevrije” leven in harmonie met de natuur en maakt korte metten met de leefwijze van de moderne mens. De verlichting, waarin de natuur nog slechts als achtergrond voor het menselijk drama fungeert, is wat hem betreft het ultieme monster. Gelukkig bezit hij over een gezonde dosis zelfspot en steekt hij regelmatig vol humor de draak met zijn eigen koppige vooroordeel over die perfecte paleolithische mens.
Fosters schrijfstijl maakt veel goed. Die is opmerkelijk beeldend en trefzeker. 'Mijn tafeltje is voor de oorlog gevernist en vlak daarna schoongeveegd.' Dan heb je wel een idee van de properheid van dat tafeltje. Natuurverschijnselen en zelfs het bos krijgen een persoonlijkheid. Op de dag dat hij en Tom het bos in trekken, steekt er een storm op 'als een woeste hond':
'Hij wroet een tijdje rond om ons te vinden. Hij mept ons wat heen en weer met zijn klauwen, tilt dan gefrustreerd zijn poot over ons op en trekt verder om te kijken wat er nog meer in Notthingham te vinden is. Als hij vertrekt, slaakt het bos een zucht.'
De schrijver jongleert met werkelijkheid en fantasie. Hij gaat zelfs zo ver dat hij zichzelf in een hallucinogene staat brengt door te vasten. Hierdoor word je af en toe op het verkeerde been gezet en, eenmaal zelfs op zeer schokkende wijze, gedwongen om dingen van een andere kant te bekijken. In zijn relaas brengt hij ook X en zijn zoon ten tonele. Twee fictieve laatpaleolithische tegenhangers die als een spiegel fungeren. Zo kijkt X vol schrik toe als Foster zich ‘verhangt’. Oftewel, een stropdas omstrikt.
'Ik heb een paar namen, plaatsen en tijden veranderd en incidenten aan elkaar genaaid […] in een poging om een coherent verhaal te maken van dit fragmentarische, grillige verslag.'
Hoewel Leven als een mens doorspekt is met leerzame feitjes, leer je niet zozeer hoe mensen in vroeger tijden leefden. In plaats daarvan neemt het boek je mee op een zoektocht naar de mens in relatie tot de natuur, zichzelf en tot andere mensen. Een uitdagend gedachte-experiment, waarin Foster je onderdompelt in zijn filosofische, soms letterlijk hallucinogene, mijmeringen, speelt met realiteit en fictie, zich afkeert van taal, symbolen, rechte lijnen, politiek en alles wat het moderne menszijn verder maar kenmerkt.
Reageer op deze recensie