Lezersrecensie
Leerzaam voor kind en ouder
Lamelos - Gideon Samson & Milja Praagman
Een knalgeel, liggend prentenboek met daarop een boze peuter/kleuter die stevig vastgehouden wordt door een lachende man: dat is wat we zien als we naar het nieuwste boek van Gideon Samson kijken, dat hij maakte met Milja Praagman. Lamelos heet het, Laat Me Los! schreeuwt het.
Ik moest lachen om de titel en die illustratie, want het deed me denken aan de periode dat onze eigen kinderen regelmatig driftbuien hadden. Ze spoten door het huis, trappelden op de vloer en gilden de boel bij elkaar. Ze zeiden hiermee: zie mij, help mij, ik weet het even niet meer. En als ouder zit er niks anders op dan je kind in te tomen, maar ze tegelijkertijd (even) uit te laten razen en serieus te nemen. Want er is iets aan de hand, ze voelen zich misschien niet veilig, verdrietig of machteloos. Het beste is dan om rustig te blijven (lukte mij echt niet altijd!) en je kind vast te pakken, te knuffelen, te vertellen dat het goed komt. Het voelt eerst misschien alsof je een wriemelende octopus vasthoudt, maar snel genoeg voel je dat je kind rustiger wordt, het huilen stopt, de ademhaling vertraagt.
Dit gebeurt ook in het fijne boek Lamelos. Een feest van herkenning voor kind én ouder. En daar schuilt het geniale in dit prentenboek: voor allebei is er iets leren van dit verhaal. Want het jongetje wordt in het begin van het boek zó boos dat zijn vader zegt: ik houd je vast en laat je niet meer los. Nooit meer. En nooit meer betekent ook echt: nooit, nergens meer los. Papa gaat mee op de fiets, op de schommel en naar de wc, ja ook naar de wc. Eerst is dat onhandig, maar beiden wennen eraan. De jongen wordt er rustig van. Totdat hij weer een driftbui krijgt. Dan laat zijn vader hem opeens wél los. Dat ‘nooit meer los’, bleek dus niet echt waar. Loslaten doe je als je weet dat de ander het zonder jou kan. En dat voelen vader en zoon feilloos aan. En daar gaat het natuurlijk over: wanneer heb je je ouders nodig, en wanneer kun je en wil je het alleen? Ik kan uit eigen ervaring zeggen dat die vraag over loslaten ook nog speelt als je kind inmiddels volwassen is. Soms vraagt mijn kind ook om haar stevig vast te houden. Maar meestal schreeuwt ze, bijna letterlijk: Lamelos!
Je snapt inmiddels wel dat ik dit prentenboek een geniale vondst vind. Het is een fijn boek om vaak voor te lezen en erover in gesprek te gaan. Er valt veel te lachen, want de illustraties van Praagman zijn hilarisch: die lange benen van de vader die zich om een fiets vouwen, achter de glijbaan aan wapperen en aan de achterkant uit het bed van de jongen steken. En op elke bladzijde is er ook de hond, die duidelijk ook aandacht wil: met zijn riem in zijn bek, terwijl hij gaten graaft in de speeltuin.
Briljant boek! Voorlezen kan al vanaf 2/3 jaar.
Een knalgeel, liggend prentenboek met daarop een boze peuter/kleuter die stevig vastgehouden wordt door een lachende man: dat is wat we zien als we naar het nieuwste boek van Gideon Samson kijken, dat hij maakte met Milja Praagman. Lamelos heet het, Laat Me Los! schreeuwt het.
Ik moest lachen om de titel en die illustratie, want het deed me denken aan de periode dat onze eigen kinderen regelmatig driftbuien hadden. Ze spoten door het huis, trappelden op de vloer en gilden de boel bij elkaar. Ze zeiden hiermee: zie mij, help mij, ik weet het even niet meer. En als ouder zit er niks anders op dan je kind in te tomen, maar ze tegelijkertijd (even) uit te laten razen en serieus te nemen. Want er is iets aan de hand, ze voelen zich misschien niet veilig, verdrietig of machteloos. Het beste is dan om rustig te blijven (lukte mij echt niet altijd!) en je kind vast te pakken, te knuffelen, te vertellen dat het goed komt. Het voelt eerst misschien alsof je een wriemelende octopus vasthoudt, maar snel genoeg voel je dat je kind rustiger wordt, het huilen stopt, de ademhaling vertraagt.
Dit gebeurt ook in het fijne boek Lamelos. Een feest van herkenning voor kind én ouder. En daar schuilt het geniale in dit prentenboek: voor allebei is er iets leren van dit verhaal. Want het jongetje wordt in het begin van het boek zó boos dat zijn vader zegt: ik houd je vast en laat je niet meer los. Nooit meer. En nooit meer betekent ook echt: nooit, nergens meer los. Papa gaat mee op de fiets, op de schommel en naar de wc, ja ook naar de wc. Eerst is dat onhandig, maar beiden wennen eraan. De jongen wordt er rustig van. Totdat hij weer een driftbui krijgt. Dan laat zijn vader hem opeens wél los. Dat ‘nooit meer los’, bleek dus niet echt waar. Loslaten doe je als je weet dat de ander het zonder jou kan. En dat voelen vader en zoon feilloos aan. En daar gaat het natuurlijk over: wanneer heb je je ouders nodig, en wanneer kun je en wil je het alleen? Ik kan uit eigen ervaring zeggen dat die vraag over loslaten ook nog speelt als je kind inmiddels volwassen is. Soms vraagt mijn kind ook om haar stevig vast te houden. Maar meestal schreeuwt ze, bijna letterlijk: Lamelos!
Je snapt inmiddels wel dat ik dit prentenboek een geniale vondst vind. Het is een fijn boek om vaak voor te lezen en erover in gesprek te gaan. Er valt veel te lachen, want de illustraties van Praagman zijn hilarisch: die lange benen van de vader die zich om een fiets vouwen, achter de glijbaan aan wapperen en aan de achterkant uit het bed van de jongen steken. En op elke bladzijde is er ook de hond, die duidelijk ook aandacht wil: met zijn riem in zijn bek, terwijl hij gaten graaft in de speeltuin.
Briljant boek! Voorlezen kan al vanaf 2/3 jaar.
1
Reageer op deze recensie