Lezersrecensie
Nieuwe avonturen van een Kuifje, maar zonder goede afloop
Vrolijk word je niet van 'De jungle op zee' van New York Times-journalist Ian Urbina. Maar, de vijftien verhalen over hoe misdadig de dagelijkse praktijk is op de wereldzeeën, zijn fascinerend. Nooit eerder verscheen er zo'n onthullend journalistiek verslag van wat daar allemaal gebeurt. Van uitbuiting, verkrachting, slavernij, moord tot de steeds grotere verwoesting van het milieu. En dat allemaal ter wille van de wereldeconomie.
Het meest schokkende is dat nagenoeg al die misdaden onbestraft blijven. Geen land ter wereld acht het nodig om over te gaan tot handhaving van het beetje aan wetten dat de zee betreft. Laat staan om orde op zaken te stellen in deze jungle waar iedereen doet wat hem het meeste voordeel oplevert.
Ian Urbina als een hedendaagse Kuifje
Ian Urbina, journalist van de New York Times, is de eerste die het aandurfde om de zee op te gaan om verslag te doen. Als een Kuifje voer hij in een periode van veertig maanden over alle vijf de oceanen en twintig andere zeeën om mee te maken hoe het op zee er aan toegaat. Zijn belevenissen aan boord van aftandse vissersschepen, moderne patrouillevaartuigen en zelfs een mini-onderzeeër, laten zich lezen als een thriller. Maar dan een waarin het onderscheid tussen goed en kwaad ontbreekt.
Want wie illegaal bezig is en wie niet, is op zee vaak onduidelijk. Urbina trekt geen snelle conclusies, maar neemt je mee op zeereizen waarvan de afloop volstrekt onvoorspelbaar is, evenals wie nu goed dan wel fout is.
Geronselde bemanningen
Van overbevissing hebben we wel eens gehoord. Maar niet dat gammele vissersschepen daardoor de halve wereldbol moeten afvaren om aan hun vangst te komen. Dus hun vaak geronselde bemanningen moeten maandenlang in de meest miserabele omstandigheden werken en zien te overleven.
Hetzelfde geldt voor piraterij. Dat haalt soms het nieuws. Maar dat er voor de bestrijding van piraterij nu op verschillende locaties schepen voor anker liggen vol wapens stond nog nooit in een krant. Evenmin dat daarop particuliere beveiligers maandenlang verveeld zitten te wachten op een klus, omdat geen overheid deze mannen en wapens aan land wil hebben.
Kortom, Ian Urbina, heeft als een hedendaagse Kuifje een unieke journalistieke prestatie geleverd. Het is te hopen dat zijn verhalen, die eerder verschenen in The New York Times, overheden en publieke opinie mobilseren om de wetteloosheid van de zee aan te pakken.
Het meest schokkende is dat nagenoeg al die misdaden onbestraft blijven. Geen land ter wereld acht het nodig om over te gaan tot handhaving van het beetje aan wetten dat de zee betreft. Laat staan om orde op zaken te stellen in deze jungle waar iedereen doet wat hem het meeste voordeel oplevert.
Ian Urbina als een hedendaagse Kuifje
Ian Urbina, journalist van de New York Times, is de eerste die het aandurfde om de zee op te gaan om verslag te doen. Als een Kuifje voer hij in een periode van veertig maanden over alle vijf de oceanen en twintig andere zeeën om mee te maken hoe het op zee er aan toegaat. Zijn belevenissen aan boord van aftandse vissersschepen, moderne patrouillevaartuigen en zelfs een mini-onderzeeër, laten zich lezen als een thriller. Maar dan een waarin het onderscheid tussen goed en kwaad ontbreekt.
Want wie illegaal bezig is en wie niet, is op zee vaak onduidelijk. Urbina trekt geen snelle conclusies, maar neemt je mee op zeereizen waarvan de afloop volstrekt onvoorspelbaar is, evenals wie nu goed dan wel fout is.
Geronselde bemanningen
Van overbevissing hebben we wel eens gehoord. Maar niet dat gammele vissersschepen daardoor de halve wereldbol moeten afvaren om aan hun vangst te komen. Dus hun vaak geronselde bemanningen moeten maandenlang in de meest miserabele omstandigheden werken en zien te overleven.
Hetzelfde geldt voor piraterij. Dat haalt soms het nieuws. Maar dat er voor de bestrijding van piraterij nu op verschillende locaties schepen voor anker liggen vol wapens stond nog nooit in een krant. Evenmin dat daarop particuliere beveiligers maandenlang verveeld zitten te wachten op een klus, omdat geen overheid deze mannen en wapens aan land wil hebben.
Kortom, Ian Urbina, heeft als een hedendaagse Kuifje een unieke journalistieke prestatie geleverd. Het is te hopen dat zijn verhalen, die eerder verschenen in The New York Times, overheden en publieke opinie mobilseren om de wetteloosheid van de zee aan te pakken.
1
Reageer op deze recensie