Lezersrecensie
Het boek van de maan maakt nieuwsgierig naar de maan
Auteur en ruimtewetenschapper Aderin Pocock brengt haar 'maangekte' over op haar lezers, terwijl ze de kennis over de maan op een heldere manier uiteenzet. Ook kennis en mythen uit het verre verleden. Daarom ben je geneigd mee te gaan met haar pleidooi voor versnelling van het maanonderzoek. Toch past daar enige terughoudendheid. Haar maangekte maakt dat ze wel heel makkelijk heen stapt over risico's.
Het BOEK van de MAAN van Maggie Aderin-Pocock herinnert eraan dat commerciële vluchten naar de maan dichterbij zijn dan we denken. Vijftig jaar nadat de eerste mens voet zette op de maan. Met het stoppen van het Amerikaanse Apollo-programma eind 1972, ebte de maaneuforie weg. In de afgelopen tien jaar is echter vooral China druk bezig met maanmissies, het Chang'e-programma. Ook ontstaan er particuliere initiatieven. Het aloude idee van 'wonen op de maan' zou sneller meer dan science fiction kunnen worden.
In ieder geval is het de droom van de auteur Maggie Aderin-Pocock. Als jong meisje raakte ze al gefascineerd door de maan. Ook doordat haar vader vertelde dat hij destijds in zijn geboorteland Nigeria naar en van school fietste over de savanne alleen bijgelicht door de maan. Inmiddels is ze een gerespecteerd ruimtewetenschapper, maar naar eigen zeggen nog altijd 'maangek'. En dat maakt haar boek bijzonder lezenswaardig, maar naar het eind toe ook wel wat simplistisch.
De huidige kennis over de maan presenteert ze op een toegankelijke manier. Daarbij grijpt ze steeds terug op haar eigen ervaringen, als het zelf maken van een telescoop. Ze wijst ook op kennis van de maan die er al eeuwen geleden was in verschillende culturen. Kennis die altijd gepaard ging met fascinatie voor de maan. Dat de maan grote invloed heeft op ons leven, is niet alleen een romantisch idee, of een bron voor allerlei griezelverhalen.
Op een heldere manier legt Adrin-Pocock uit dat de relatie aarde-maan geen constante is. De maan draait steeds sneller en de aarde steeds langzamer. En omdat de maan sneller draait, verwijdert ze zich van de aarde. Daardoor worden onze dagen langer en uiteindelijk zal de maan zo ver van de aarde staan dat die zijn stabiliteit verliest en omkiepert: de polen komen kantelen naar waar nu de evenaar is, met alle klimatologische veranderingen vandien. Maar dat duurt nog wel even: 1 miljard jaar.
Haar pleidooi voor vervolgstappen in het onderzoek naar en op de maan is discutabel. Ze stipt even de internationale status van de maan aan, die gelijk is aan die van Antartica: alle landen hebben er toegang toe voor wetenschappelijk onderzoek. Vervolgens pleit ze voor particuliere, lees commerciële initiatieven, omdat daardoor het reizen naar de maan sneller in een volgende fase zal komen. Maar in een tijd dat we nog niet in staat zijn om afspraken te maken over het behoud van onze eigen planeet, is het wel heel simpel om tevreden te zijn met de status van de maan als die van Antartica, waar al blijkt dat de grens tussen wetenschap en exploitatie verschillend wordt getrokken.
Het lijkt me beter dat we ons voorlopig tevreden stellen met het turen door een verrekijker naar de maan, zoals zij dat ook altijd heeft gedaan.
Het BOEK van de MAAN van Maggie Aderin-Pocock herinnert eraan dat commerciële vluchten naar de maan dichterbij zijn dan we denken. Vijftig jaar nadat de eerste mens voet zette op de maan. Met het stoppen van het Amerikaanse Apollo-programma eind 1972, ebte de maaneuforie weg. In de afgelopen tien jaar is echter vooral China druk bezig met maanmissies, het Chang'e-programma. Ook ontstaan er particuliere initiatieven. Het aloude idee van 'wonen op de maan' zou sneller meer dan science fiction kunnen worden.
In ieder geval is het de droom van de auteur Maggie Aderin-Pocock. Als jong meisje raakte ze al gefascineerd door de maan. Ook doordat haar vader vertelde dat hij destijds in zijn geboorteland Nigeria naar en van school fietste over de savanne alleen bijgelicht door de maan. Inmiddels is ze een gerespecteerd ruimtewetenschapper, maar naar eigen zeggen nog altijd 'maangek'. En dat maakt haar boek bijzonder lezenswaardig, maar naar het eind toe ook wel wat simplistisch.
De huidige kennis over de maan presenteert ze op een toegankelijke manier. Daarbij grijpt ze steeds terug op haar eigen ervaringen, als het zelf maken van een telescoop. Ze wijst ook op kennis van de maan die er al eeuwen geleden was in verschillende culturen. Kennis die altijd gepaard ging met fascinatie voor de maan. Dat de maan grote invloed heeft op ons leven, is niet alleen een romantisch idee, of een bron voor allerlei griezelverhalen.
Op een heldere manier legt Adrin-Pocock uit dat de relatie aarde-maan geen constante is. De maan draait steeds sneller en de aarde steeds langzamer. En omdat de maan sneller draait, verwijdert ze zich van de aarde. Daardoor worden onze dagen langer en uiteindelijk zal de maan zo ver van de aarde staan dat die zijn stabiliteit verliest en omkiepert: de polen komen kantelen naar waar nu de evenaar is, met alle klimatologische veranderingen vandien. Maar dat duurt nog wel even: 1 miljard jaar.
Haar pleidooi voor vervolgstappen in het onderzoek naar en op de maan is discutabel. Ze stipt even de internationale status van de maan aan, die gelijk is aan die van Antartica: alle landen hebben er toegang toe voor wetenschappelijk onderzoek. Vervolgens pleit ze voor particuliere, lees commerciële initiatieven, omdat daardoor het reizen naar de maan sneller in een volgende fase zal komen. Maar in een tijd dat we nog niet in staat zijn om afspraken te maken over het behoud van onze eigen planeet, is het wel heel simpel om tevreden te zijn met de status van de maan als die van Antartica, waar al blijkt dat de grens tussen wetenschap en exploitatie verschillend wordt getrokken.
Het lijkt me beter dat we ons voorlopig tevreden stellen met het turen door een verrekijker naar de maan, zoals zij dat ook altijd heeft gedaan.
1
Reageer op deze recensie