Lezersrecensie
Een zeilverslag als een avonturenroman
'Scheepsberichten – zeilend naar Suriname' van Rob Biersma is een zeilverslag , maar laat zich lezen als een avonturenroman. Steeds ben je benieuwd hoe het verder gaat en gaandeweg leer je de hoofdpersoon, de auteur zelf, kennen. Rob Biersma, 67 jaar, zeilde van juli 2016 tot juli 2007 een rondje Atlantische oceaan, van zijn thuishaven bij Rotterdam naar Suriname en via de Cariben terug. En dat deed hij solo met zijn zeilschip Rissa van tien meter lengte. Naar de huidige maatstaven is dat een klein schip. Maar in de zeezeilwereld geldt dat kleine schepen veelal gezeild worden door grote schippers. En die kwalificatie past op Biersma. Maar dat weet je natuurlijk niet als het verhaal begint. Een verhaal dat helemaal is opgebouwd uit zijn mails die oorspronkelijk alleen bedoeld waren voor familie en vrienden. Gedurende de reis stuurde hij die bijna dagelijks via een satelliettelefoon naar huis. Als lezer van het boek leef je dus alsnog met hem mee van dag tot dag. De tocht van Biersma verloopt niet gemakkelijk. Al op de heenweg naar de Azoren dreigt zijn mast te breken. Ook hij zelf krijgt het zwaar te verduren. Oververmoeidheid is zeker zo gevaarlijk als de wind en de golven. Zeker daar waar druk scheepvaartverkeer is, controleert hij ook 's nachts elke vijftien minuten of er geen aanvaring dreigt. Maar Biersma kan zeilen. Altijd weer gaat hij de uitdaging aan om de maximale snelheid uit zijn boot te halen. En hij kan ook schrijven. Hij heeft maar weinig woorden nodig om zijn dagelijkse relaas te doen met een aantrekkelijke mix van spanning, emotie en humor. De mails zijn meestal niet langer dan twee pagina's. Hij weet het zeilen zo te verwoorden dat ook niet-zeilers het goed kunnen volgen. Tegelijkertijd is zijn verslag boeiend voor wie zelf zeilt. Maar zijn verhaal is vooral interessant omdat elke mail een beetje meer kijk geeft op de mens achter de solo-zeiler. Je ervaart dat zijn stemming niet zozeer afhangt van hoe het zeilen gaat, maar dat die vooral gekoppeld is aan welke vogels en vissen hij weet te spotten. Biersma is een bioloog met getrainde ogen en oren om de fauna op zee te herkennen. Dat geeft zijn verhaal een bijzondere kleur. In zijn kleine scheepje omringd door de vaak onbarmhartige golven en wind, beleeft hij plezier aan elke ontmoeting met vogels en vissen waarvan je als lezer waarschijnlijk nog nooit hebt gehoord. En dan begrijp je ook ineens de naam van zijn schip, Rissa. Dat is de Latijnse naam voor de Drieteenmeeuw. De enige echt pelagische meeuw. Dat wil zeggen dat die broedt aan de Atlantische kusten, maar verder altijd boven de oceaan verblijft. Maar bioloog of niet. Ook Biersma moet zijn schip in de tropen vrijhouden van ongedierte. De kruimelzuiger, ooit een verjaardagscadeau van zijn moeder, komt daarbij goed van pas. Ook als Biersma tussenstops maakt op de eilanden in de Atlantische oceaan en gedurende de bijna twee maanden die hij in Suriname verblijft, houdt het verhaal zijn spanning. Want alleen zijn op zee gaat hem goed af, maar in de havens voelt hij zich snel eenzaam. Hij heeft meestal weinig op met de andere zeilers. Veelal in gezelschap van dames, ontvlucht hij de drukte en verkent het binnenland met een open en kritische blik. Hij moet niets hebben van de luxe die er is op deze locaties voor de toeristen, terwijl de eigen bevolking een pover bestaan leidt. Meestal kiest Biersma voor taxibusjes volgepropt met passagiers. Eenmaal terug in Nederland wacht hem geen heldenonthaal. Wel een plastic zak vol bureaucratie na een jaar afwezigheid.
2
Reageer op deze recensie