Lezersrecensie
Niet langer aan het zicht onttrokken… de omstander!
Bij misbruik gaat de aandacht in eerste instantie meestal uit naar de dader, vaak indirect, in diverse varianten, bijvoorbeeld:
“Ik kan echt niet geloven dat … tot zoiets in staat is!”
“Ze moeten … heel langzaam met een roestig mes …. ”
“Wat kan er in iemand omgaan dat … zoiets doet.”
In tweede instantie is er soms nog een beetje aandacht voor het slachtoffer, ook in diverse varianten:
“Wat erg he? Tja, het slachtoffer heeft uiteindelijk levenslang!”
“Het is ook wel een beetje een dramaqueen, he?”
“Sorry, ik kan niet zo goed tegen zulke verhalen, kunnen we ergens anders over praten?”
Dit boek zet een derde partij in de schijnwerpers, dat is de omstander. Dat zijn degenen waarvan bovenstaande citaten afkomstig zouden kunnen zijn. Ik wil nu niet teveel van het verhaal prijsgeven, maar als kind was de schrijfster zelf een van die omstanders. Het slachtoffer was Lenneke, een jong meisje, dat zowel door volwassenen als door kinderen werd ontweken, in die tijd ook door de schrijfster. De dader was haar opa, een kille man vol bijbel citaten, waardoor het voor mij opeens erg dichtbij kwam. Het verhaal is heftig, maar boeiend en goed op papier gezet, warm en invoelend. Erg herkenbaar voor wie er mee te maken heeft gehad.
Maar de schrijfster wil vooral een boek schrijven over omstanders, zoals zij dat zelf ooit was. Daarom zoekt ze weer contact met Lenneke, het slachtoffer van lang geleden. Gaandeweg komt er steeds meer naar boven, Lenneke was niet het eerste slachtoffer. Terwijl de geschiedenis zich ontvouwd, komen er, behalve eerdere slachtoffers, ook steeds meer omstanders in beeld. Als slachtoffer krijg je al snel een een-dimensioneel beeld van omstanders, vaak zie je immers alleen wat het meeste pijn doet, de desinteresse. Zodat je niet veel verder durft te kijken.
Maar er is echt veel meer, in het verhaal pelt de schrijfster op allerlei manieren de onderliggende lagen af. Er is groepsdruk, verwarring en onervarenheid, zoals bij het pubermeisje dat de schrijfster ooit was. Soms is er een onterecht schuldgevoel, zoals bij de broer van Lenneke. Soms is er geduld en betrokkenheid, zoals bij Nora, een vriendin. Soms is er ook doodgewone onwetendheid. Akelig invoelbaar is bijvoorbeeld het ongeloof van Tamara “Maar wist je het dan echt niet?”. Het antwoord is ontnuchterend, Nelis had er echt geen idee van. Zodra hij het weet is hij er ook voor haar en de andere slachtoffers, steunend, zelfs beschermend waar mogelijk. Uiteraard ontwijken de meeste omstanders alles, of sluiten het slachtoffer buiten. Maar, zoals de schrijfster benadrukt, dat is zelden uit onwil, meestal is het een combinatie van ongemak en onhandigheid. Als slachtoffer is het helaas, zeker als kind, vrijwel onmogelijk om omstanders over dat ongemak en die onhandigheid heen te helpen.
Daarom wordt daar na afloop van het verhaal uitgebreid bij omstanders stilgestaan, met uitleg, wat omstanders van goede wil kunnen doen of juist niet moeten doen. Niet weglopen, maar stil blijven staan en luisteren. Zonder dat je daarbij je eigen emoties centraal stelt. En durf advies te vragen, bijv. bij CSG.
Het boek hielp mij mijn een-dimensionele beeld van omstanders bij te stellen. Uiteindelijk zijn het gewoon mensen, in allerlei variaties, mensen met of zonder gevoel. Kortom mensen zoals jij en ik.
Dank je wel Rinke, dank je wel Lenneke!
“Ik kan echt niet geloven dat … tot zoiets in staat is!”
“Ze moeten … heel langzaam met een roestig mes …. ”
“Wat kan er in iemand omgaan dat … zoiets doet.”
In tweede instantie is er soms nog een beetje aandacht voor het slachtoffer, ook in diverse varianten:
“Wat erg he? Tja, het slachtoffer heeft uiteindelijk levenslang!”
“Het is ook wel een beetje een dramaqueen, he?”
“Sorry, ik kan niet zo goed tegen zulke verhalen, kunnen we ergens anders over praten?”
Dit boek zet een derde partij in de schijnwerpers, dat is de omstander. Dat zijn degenen waarvan bovenstaande citaten afkomstig zouden kunnen zijn. Ik wil nu niet teveel van het verhaal prijsgeven, maar als kind was de schrijfster zelf een van die omstanders. Het slachtoffer was Lenneke, een jong meisje, dat zowel door volwassenen als door kinderen werd ontweken, in die tijd ook door de schrijfster. De dader was haar opa, een kille man vol bijbel citaten, waardoor het voor mij opeens erg dichtbij kwam. Het verhaal is heftig, maar boeiend en goed op papier gezet, warm en invoelend. Erg herkenbaar voor wie er mee te maken heeft gehad.
Maar de schrijfster wil vooral een boek schrijven over omstanders, zoals zij dat zelf ooit was. Daarom zoekt ze weer contact met Lenneke, het slachtoffer van lang geleden. Gaandeweg komt er steeds meer naar boven, Lenneke was niet het eerste slachtoffer. Terwijl de geschiedenis zich ontvouwd, komen er, behalve eerdere slachtoffers, ook steeds meer omstanders in beeld. Als slachtoffer krijg je al snel een een-dimensioneel beeld van omstanders, vaak zie je immers alleen wat het meeste pijn doet, de desinteresse. Zodat je niet veel verder durft te kijken.
Maar er is echt veel meer, in het verhaal pelt de schrijfster op allerlei manieren de onderliggende lagen af. Er is groepsdruk, verwarring en onervarenheid, zoals bij het pubermeisje dat de schrijfster ooit was. Soms is er een onterecht schuldgevoel, zoals bij de broer van Lenneke. Soms is er geduld en betrokkenheid, zoals bij Nora, een vriendin. Soms is er ook doodgewone onwetendheid. Akelig invoelbaar is bijvoorbeeld het ongeloof van Tamara “Maar wist je het dan echt niet?”. Het antwoord is ontnuchterend, Nelis had er echt geen idee van. Zodra hij het weet is hij er ook voor haar en de andere slachtoffers, steunend, zelfs beschermend waar mogelijk. Uiteraard ontwijken de meeste omstanders alles, of sluiten het slachtoffer buiten. Maar, zoals de schrijfster benadrukt, dat is zelden uit onwil, meestal is het een combinatie van ongemak en onhandigheid. Als slachtoffer is het helaas, zeker als kind, vrijwel onmogelijk om omstanders over dat ongemak en die onhandigheid heen te helpen.
Daarom wordt daar na afloop van het verhaal uitgebreid bij omstanders stilgestaan, met uitleg, wat omstanders van goede wil kunnen doen of juist niet moeten doen. Niet weglopen, maar stil blijven staan en luisteren. Zonder dat je daarbij je eigen emoties centraal stelt. En durf advies te vragen, bijv. bij CSG.
Het boek hielp mij mijn een-dimensionele beeld van omstanders bij te stellen. Uiteindelijk zijn het gewoon mensen, in allerlei variaties, mensen met of zonder gevoel. Kortom mensen zoals jij en ik.
Dank je wel Rinke, dank je wel Lenneke!
2
Reageer op deze recensie