Lezersrecensie
Mooi mythologisch mysterie
De zoektocht naar Madeleine Merano is het vijfde boek van Pauline J. van Munster, het is 15 jaar na haar laatste boek verschenen. Op de cover zien we een klif die uit de zee oprijst, een wit gebouwtje staat er eenzaam bovenop. Het zou een vakantiefoto kunnen zijn, ware het niet dat de titel een verdwijning suggereert, die het idyllische plaatje een wat dreigende lading geeft. Want, wat is er gebeurd met deze vrouw en vooral: in hoeverre kun je literatuur maken van zo’n gegeven? Kom je dan niet in de buurt van een thriller?
Om deze vraag maar direct te beantwoorden: nee. In De zoektocht naar Madeleine Merano is de zoektocht slechts een kapstok waar het verhaal aan wordt opgehangen. Het draait in het boek om Abel, die zijn vader niet kent. Hij is opgevoed door zijn moeder en haar vriendin, Abel is het resultaat van een kortstondige relatie. Hij studeert journalistiek en gaat in die hoedanigheid naar het eiland Fortuna, waar hij een onderzoek wil gaan doen naar de vermissing van Madeleine. Hij heeft echter als bijkomend motief dat hij op dat eiland zijn vader Jason Lozano wil gaan zoeken; de romance van zijn moeder met deze man heeft namelijk op het eiland Fortuna plaatsgevonden.
De structuur van het boek is bijzonder; het verhaal zelf beslaat slechts enkele dagen en wordt verteld vanuit het perspectief van veel verschillende personages, waardoor het geheel een soort puzzel wordt, waarvan de stukjes uiteindelijk in elkaar vallen. De sfeer in het boek is bijzonder: omdat het zich grotendeels afspeelt op het eiland ontstaat er een bepaalde samenhang en beklemming, die ondanks de verschillende perspectieven toch een fijne consistentie aan het verhaal geven. De hele ambiance van een eiland in de Middellandse zee, de warmte en de vegetatie maken het ogenschijnlijk tot een verhaal dat je lekker even tussendoor op het strand kunt lezen en dat kan natuurlijk ook, maar dan zou je toch veel missen. Het leuke aan dit boek vond ik, dat er meerdere lagen in zitten, verwijzend naar de mythologie. Icarus wordt expliciet genoemd en er wordt heel wat afgevlogen in het boek, bijvoorbeeld door de helikopterpiloot die nooit in een echt vliegtuig heeft mogen vliegen en die daarom niet te hoog en niet te laag mag vliegen. En dan is er Apphra, de ara van Manolito, een tienjarige jongen die woonachtig is op het eiland Fortuna en die Abel helpt met zijn speurtocht en onderdak biedt. Apprha is gekortwiekt en kan alleen fladderen. Maar de mooiste verwijzing vond ik die naar de mythe van Jason en de Argonauten:
Jason was de zoon van koning Aeson die regeerde over Iolcus. Hij zou opvolger voor de troon worden zodra de koning stierf, maar voor hij werd geboren had de halfbroer van de koning, Pelias, deze afgezet en opgesloten. De moeder van Jason deed alsof hij bij zijn geboorte was gestorven en bracht hem in het geheim naar de centaur Chiron. Daar werd hij opgevoed door zijn vrouw Chariclo en zijn moeder Philyra. Chiron zelf leerde hem veel over medicijnen.
Alhoewel Pelias niets van Jason wist, kon hij niet rustig slapen, omdat een orakel hem had gewaarschuwd dat hij vermoord zou worden door een familielid en dat hij zichzelf moest beschermen tegen een man met een sandaal.
Na 20 jaar verscheen er op de markt van Iolcus een knappe jongeman met gouden krullen. Hij droeg een huid van een luipaard en had één sandaal aan, de andere had hij verloren bij het dragen van een oude vrouw over een rivier. (bron: Wikibooks)
Het verhaal van Abel die opgevoed is door twee vrouwen zonder zijn vader Jason te kennen, moet hiervan afgeleid zijn; het geeft een extra dimensie aan het boek.
Zijn er ook minpunten? Ja, maar slechts kleine. Hoe kan het bijvoorbeeld dat Abel, wanneer hij zich enkele dagen heeft ingespannen op een roeiapparaat al veranderingen aan zijn postuur kan opmerken? Dat lijkt niet zo waarschijnlijk. Wat overblijft is in ieder geval een boek waarin je over een heleboel personages in zeer korte tijd zoveel te weten komt dat ze niet alleen geloofwaardig zijn, maar dat je er ook uit kunt opmaken dat ze, behalve naar Madeleine Merano, allemaal op zoek zijn naar iets. Dat geeft het boek iets universeels.
Om deze vraag maar direct te beantwoorden: nee. In De zoektocht naar Madeleine Merano is de zoektocht slechts een kapstok waar het verhaal aan wordt opgehangen. Het draait in het boek om Abel, die zijn vader niet kent. Hij is opgevoed door zijn moeder en haar vriendin, Abel is het resultaat van een kortstondige relatie. Hij studeert journalistiek en gaat in die hoedanigheid naar het eiland Fortuna, waar hij een onderzoek wil gaan doen naar de vermissing van Madeleine. Hij heeft echter als bijkomend motief dat hij op dat eiland zijn vader Jason Lozano wil gaan zoeken; de romance van zijn moeder met deze man heeft namelijk op het eiland Fortuna plaatsgevonden.
De structuur van het boek is bijzonder; het verhaal zelf beslaat slechts enkele dagen en wordt verteld vanuit het perspectief van veel verschillende personages, waardoor het geheel een soort puzzel wordt, waarvan de stukjes uiteindelijk in elkaar vallen. De sfeer in het boek is bijzonder: omdat het zich grotendeels afspeelt op het eiland ontstaat er een bepaalde samenhang en beklemming, die ondanks de verschillende perspectieven toch een fijne consistentie aan het verhaal geven. De hele ambiance van een eiland in de Middellandse zee, de warmte en de vegetatie maken het ogenschijnlijk tot een verhaal dat je lekker even tussendoor op het strand kunt lezen en dat kan natuurlijk ook, maar dan zou je toch veel missen. Het leuke aan dit boek vond ik, dat er meerdere lagen in zitten, verwijzend naar de mythologie. Icarus wordt expliciet genoemd en er wordt heel wat afgevlogen in het boek, bijvoorbeeld door de helikopterpiloot die nooit in een echt vliegtuig heeft mogen vliegen en die daarom niet te hoog en niet te laag mag vliegen. En dan is er Apphra, de ara van Manolito, een tienjarige jongen die woonachtig is op het eiland Fortuna en die Abel helpt met zijn speurtocht en onderdak biedt. Apprha is gekortwiekt en kan alleen fladderen. Maar de mooiste verwijzing vond ik die naar de mythe van Jason en de Argonauten:
Jason was de zoon van koning Aeson die regeerde over Iolcus. Hij zou opvolger voor de troon worden zodra de koning stierf, maar voor hij werd geboren had de halfbroer van de koning, Pelias, deze afgezet en opgesloten. De moeder van Jason deed alsof hij bij zijn geboorte was gestorven en bracht hem in het geheim naar de centaur Chiron. Daar werd hij opgevoed door zijn vrouw Chariclo en zijn moeder Philyra. Chiron zelf leerde hem veel over medicijnen.
Alhoewel Pelias niets van Jason wist, kon hij niet rustig slapen, omdat een orakel hem had gewaarschuwd dat hij vermoord zou worden door een familielid en dat hij zichzelf moest beschermen tegen een man met een sandaal.
Na 20 jaar verscheen er op de markt van Iolcus een knappe jongeman met gouden krullen. Hij droeg een huid van een luipaard en had één sandaal aan, de andere had hij verloren bij het dragen van een oude vrouw over een rivier. (bron: Wikibooks)
Het verhaal van Abel die opgevoed is door twee vrouwen zonder zijn vader Jason te kennen, moet hiervan afgeleid zijn; het geeft een extra dimensie aan het boek.
Zijn er ook minpunten? Ja, maar slechts kleine. Hoe kan het bijvoorbeeld dat Abel, wanneer hij zich enkele dagen heeft ingespannen op een roeiapparaat al veranderingen aan zijn postuur kan opmerken? Dat lijkt niet zo waarschijnlijk. Wat overblijft is in ieder geval een boek waarin je over een heleboel personages in zeer korte tijd zoveel te weten komt dat ze niet alleen geloofwaardig zijn, maar dat je er ook uit kunt opmaken dat ze, behalve naar Madeleine Merano, allemaal op zoek zijn naar iets. Dat geeft het boek iets universeels.
1
Reageer op deze recensie